Om uitstoot van fijnstof te verminderen, experimenteert Wageningen Livestock Research met een mestschuifel in combinatie met een stofbadhuis voor scharrelhennen. De mestschuifel heeft zich in proefopstellingen al bewezen. De volgende stap die wordt gezet is het testen van het stofbadhuis. Dit gaat eind augustus beginnen.
Onderzoekers van Wageningen Livestock Research bedachten, samen met de praktijk, het principe van mestschuifel en stofbadhuis in de eerste plaats om de emissie van fijnstof uit pluimveestallen te verminderen. Dit met een grove strooisellaag, waar de mest snel doorheen zakt en meerdere keren per dag wordt afgevoerd door een schuifel die onder door de strooisellaag door beweegt. “In plaats van dat de mest opdroogt en daarmee een belangrijke bron van fijnstof vormt, wordt het afgevoerd en apart opgeslagen. De fijne deeltjes worden bij de kip weggehaald”, vertelt onderzoeker en projectleider Bram Bos. Groot voordeel van de mestschuifel is volgens hem ook dat de ammoniakemissie vermindert. “Ammoniak uit pluimveestallen komt vooral uit de mest in het strooisel. Door de mest er snel uit te halen, wordt dit voorkomen.” Het principe van de schuifel is in proefopstellingen reeds getest. Nu wordt de stap gezet naar een robuuste variant die klaar is voor een test in een praktijksituatie.
Aparte ruimte voor stofbaden
In de grove strooisellaag, die in de proefopstelling bestond uit houtsnippers, kunnen kippen niet stofbaden. Voor het stofbaden hebben de onderzoekers daarom een aparte oplossing uitgewerkt: het stofbadhuis. Dit is een ruimte met een diepe laag zand. De bedoeling is dat de kippen hier in en uit kunnen, maar dat het zand in het stofbadhuis blijft. Het stofbadhuis kent éénrichtingsverkeer. Via een afsluitbare ingang komen de kippen binnen. Als ze een stofbad hebben genomen, springen ze omhoog naar een zitstok en springen vervolgens naar een roostertje. Door deze bewegingen schudden ze al zand uit. Ook kunnen ze op het roostertje de veren nog eens flink uitschudden. Een prototype van het stofbadhuis is klaar om te testen in een pluimveestal. “We hebben al getest met stofbadbakken in pluimveestallen. De resultaten daarvan waren bemoedigend. Nu gaan we kijken hoe kippen gebruik maken van het stofbadhuis. Met behulp van camera’s gaan we bijvoorbeeld kijken hoe vaak de kippen een stofbad nemen, hoeveel er tegelijk in gaan en of onderlinge concurrentie invloed heeft”, vertelt Bos.
‘Werken voor de kost’
De combinatie van mestschuifel en stofbadhuis kan volgens Bos bijdragen aan verbetering van het dierwelzijn. “De kippen scharrelen graag in het grove, schone materiaal. Door bijvoorbeeld graan te strooien, kan dit nog verder worden gestimuleerd. Ook voor een kip is het bevredigend te moeten werken voor de kost”, vertelt Bos. “De passerende schuifel wekt nieuwsgierigheid op en stimuleert het scharrelgedrag. Daarnaast kunnen ook de betere stofbadmogelijkheden het dierwelzijn verbeteren.” Dat is ook de reden dat het Barth Misset Fonds een bijdrage heeft toegezegd voor de doorontwikkeling.
Volgende stap
Vooralsnog richten de onderzoekers zich op toepassing van mestschuifel in combinatie met het stofbadhuis op voilèresystemen in de legpluimveehouderij. Hoewel het idee nog volop in ontwikkeling is, kan het al rekenen op flink wat belangstelling, ook van individuele pluimveehouders. “Dat het uitstoot van fijnstof en ammoniak vermindert, is wel zeker. We halen de bron, de droge mest, immers weg. Maar wat het echt oplevert, dat kunnen we pas zien als het in de praktijk draait”, besluit Bos.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Wageningen Livestock Research