Hoe zouden de voedsel- en landbouwsector er wereldwijd uitzien als de geopolitieke spanningen tussen de VS en China escaleren? Deze vraag staat centraal in een nieuw onderzoek van RaboResearch. De gevolgen zijn afhankelijk van welke landen zich scharen achter de VS of China. Deze keuzes kunnen leiden tot flinke verstoringen in de productie en handel van zuivel, graan, oliezaden en vlees.
Het onderzoek stelt dat Amerika in 2030 de grootste wereldmacht blijft, maar dat China een geopolitieke inhaalslag heeft gemaakt. Het rapport is een vervolg op een eerdere studie van RaboResearch uit 2020 over een gefragmenteerde wereld waarin de neoliberale wereldorde in 2030 deels is ingestort. Deze situatie kan voor een internationale tweedeling zorgen waarbij Europa en Zuid-Amerika een keuze moeten maken tussen de VS of China.
Het onderzoek schetst drie scenario’s met mogelijke risico’s en gevolgen voor de hele wereld. Alle scenario’s leiden tot grote verstoringen in de zuivelmarkt. Als belangrijke voedselexporteurs zich aansluiten bij de VS (scenario 2) kunnen boeren in die landen te maken krijgen met overschotten en China met tekorten. Als veel landen zich aansluiten bij China (scenario 3) dan kan dit leiden tot een tekort aan capaciteit om sojabonen te verwerken in de VS en Europa.
De drie scenario’s op een rij
Scenario 1: EU en Zuid-Amerika blijven neutraal
China is tegenwoordig de grootste afnemer van granen en oliezaden in de wereld. In dit scenario kan er nog steeds aan die vraag worden voldaan, maar wel tegen hogere kosten. Mogelijkheden zijn een verhoging van de binnenlandse Chinese productie, import uit de niet-Amerikaanse zone (waar ook de belangrijke producent Australië toe behoort) én rantsoenering.
Leveringen van dierlijke eiwitten in het Amerikaanse blok hebben over het algemeen een klein, maar beheersbaar overschot. In dit eerste scenario kunnen sommige vleesexporteurs voor een uitdaging staan door veranderingen in de markttoegang.
Zuivel-exporteurs in de VS en Oceanië worden in alle scenario’s gedwongen om het geproduceerde melkpoeder opnieuw toe te wijzen aan verschillende productstromen en markten. Nieuw-Zeeland voelt dit het hardst met ruim 70 procent van de Chinese import van melkpoeder. Maar het zal ook voelbaar zijn in de VS. China zal uit alternatieve bronnen moeten putten, al is dat moeilijk. Gewoonlijk is vrije handel het beste scenario omdat het dan mogelijk is om goederen te produceren in de best denkbare regio’s en ze te exporteren naar de plekken waar de producten nodig zijn.
Gezien de aanhoudende groei van de wereldbevolking en van het bbp is er een noodzaak om de handel in voedsel wereldwijd te blijven vergroten. Van de beschreven scenario’s is scenario 1 nog steeds het beste; ook al zijn de scenario’s over het algemeen allemaal negatief voor de wereld. Dit omdat veel landen in de wereld nog steeds als neutraal beschouwd willen worden; wat helpt om de handelsverstoringen van de tegengestelde allianties van de VS en China te verzachten.
Scenario 2: EU en Zuid-Amerika bij VS
Dit scenario legt de meeste negatieve effecten op landbouw en voedsel bloot voor beide allianties. In de Chinese alliantie zullen onbeheersbare tekorten, van ruim 100 miljoen ton oliezaden en zo’n 40 miljoen ton voedergraan, leiden tot een groot tekort aan veevoer. De Amerikaanse alliantie krijgt te maken met enorme overschotten; waardoor boerderijen en toeleveringsketens zich gedwongen zien om aanzienlijk minder te produceren.
Cruciaal voor de Chinese productie van dierlijke eiwitten is veevoer, met name eiwitmeel, dat bijna volledig afhankelijk is van geïmporteerde sojabonen. Het ontbreken daarvan leidt tot het ineenstorten van de Chinese varkensvleesvoorziening en heeft grote impact op pluimvee. Bovendien zullen handelsonevenwichtigheden op grote schaal optreden, omdat ‘s werelds grootste vleesexporterende regio’s (VS, Zuid-Amerika, EU en Oceanië) allemaal in de VS-alliantie zitten zonder toegang tot de belangrijkste importmarkten, die in het Chinese blok zitten. Het oplossen van deze balansverstoring kan jaren duren.
De Chinezen zullen ook de handelstoegang verliezen tot nagenoeg al het zuivelaanbod wereldwijd, wat resulteert in enorme tekorten. Ondertussen zal er in de VS, Oceanië en Europa een aanzienlijk overaanbod aan zuivelproducten zijn.
Terwijl China zich meer zal richten op vermindering van voedselverspilling en het verbouwen van eigen voedsel, is de weg naar meer zelfvoorziening moeilijk. Dit komt door een tekort aan geïmporteerde goederen om dit voedsel te produceren.
Scenario 3: EU bij VS, Zuid-Amerika bij China
Dit scenario is slecht voor de internationale zuivelsector en zorgt voor problemen bij exporteurs van granen, oliezaden en vlees. Ondanks tekorten in de Amerikaanse alliantie zijn de resultaten voor voedergranen beheersbaar. Hoewel beide allianties genoeg sojabonen kunnen produceren, zullen de sojameel-importerende regio’s van de Amerikaanse alliantie te maken krijgen met een tekort aan verwerkingscapaciteit.
Het Amerikaanse blok krijgt een overschot aan met name varkensvlees en andere dierlijke eiwitten. Anderzijds zullen vraag en aanbod binnen het Chinese blok goed in balans zijn voor rundvlees en kip; maar er zijn grote tekorten aan varkensvlees. Dit scenario is mondiaal gezien minder storend dan scenario 2, omdat de verstoring alleen varkensvlees treft.
Zelfs met de toetreding van Zuid-Amerika tot het Chinese blok verliest China bijna alle toegang tot de zuivelimport. Een aanzienlijk tekort aan melk- en zuivelproducten houdt jaren aan; wat enorme kapitaalinvesteringen vereist voor de melkveehouderij en verwerkingscapaciteit binnen de Chinese alliantie. De gevolgen voor de Amerikaanse, Oceanische en Europese zuivelexporteurs zullen bijna even groot zijn als in scenario 2, waardoor de concurrentie om de markten in Latijns-Amerika en het Midden-Oosten en Noord-Afrika te bevoorraden, zal toenemen.
Wapen én slachtoffer geopolitiek
De vraag rijst naar welk scenario de wereld op dit moment toe beweegt. Vanuit de landbouw- en voedselsector gezien zat de wereld ongeveer twee jaar geleden in een milde versie van scenario 1. In het afgelopen jaar zijn we overgegaan naar een tegengesteld scenario van extreem sterke handelsstromen naar China; waardoor ook Amerika tot recordhoogtes naar China kon exporteren. Maar het blijft gissen. Geopolitiek is namelijk de drijfveer en de handel in landbouwproducten is zowel een strategisch wapen dat wordt gebruikt om tegenstanders mee pijn te doen als een slachtoffer van grotere geopolitieke beslissingen omdat boeren en anderen in de keten de pijn voelen van de beperkte handel.
Bron: Rabobank