Of u nu zelf vleeskuikenhouder bent of een bedrijfsleider op een vleeskuikenbedrijf, het voorkomen van afwaardering of zelfs afkeuring van vleeskuikens in het slachthuis moet een prioriteit zijn. Dit is niet alleen voor het financiële voordeel van het bedrijf, maar gaat hand in hand met het hebben van een hoog niveau van dierenwelzijn. Vleeskuikenhouders hebben een aantal bedrijfsuitdagingen, dat ze dagelijks moet beheersen. Veel hiervan, indien juist toegepast, vallen samen met het verminderen van productie gerelateerde bedrijfsverliezen.
In dit artikel gaat vleeskuikenspecialist Brendan Graaf van Cobb Europe in op enkele van de meest voorkomende selectie- en afkeuringsgscategorieën voor vleeskuikenverwerking en hoe wij als vleeskuikenhouders de kans kunnen verkleinen door constante en verbeterde managementtechnieken en goed vakmanschap toe te passen.
Let op de bezettingsgraad
De meest voorkomende redenen voor selectie en afkeuring zijn krassen, blauwe plekken en cellulitis. Hiervoor is een aantal oorzaken, maar vooral de bezettingsgraad speelt een grote rol. Lokale wetgeving en fokrichtlijnen voor staltype en ventilatiecapaciteit vormen vanzelfsprekend het uitgangspunt. Het is van cruciaal belang om voldoende voer- en drinkruimte te bieden om concurrentie te voorkomen. We raden vijftig tot maximaal zeventig kippen aan per pan met een diameter van 33 centimeter of 2,5 tot 4 centimeter per kip bij gebruik van kettingvoeders. Twaalf kippen per nippel voor drinksystemen met een hoge water afgifte of tien kippen per nippel bij systemen met een lage water afgifte.
Voorkom vluchtgedrag en stress
Vermijd donker blokken van meer dan zes uren. Indien mogelijk, implementeer een schemerfunctie wanneer de lichten aan en uit gaan. Dit zal helpen bij het versnellen van het vroege voederen bij vleeskuikens. Bovendien minimaliseert dit de concurrentie tussen kuikens die aan het eten zijn en kuikens die aan het drinken zijn tijdens periodes van piekconsumptie en het vluchten. Verminder geleidelijk de hoeveelheid donkere uren in de dagen voorafgaand aan het uitladen en wegladen, vooral als er overdag wordt gevangen. Het zal ook helpen om het vluchten en het krabben van de dieren te verminderen.
Beweeg bij het uitvoeren van dagelijkse stalcontroles en taken langzaam, stabiel en rustig door de stal. Dit is goed gedrag voor een vleeskuikenhouder en zal ook helpen om het vluchten van de kippen te verminderen. Vangen tijdens het uitladen en het wegladen is stressvol voor de kippen. Het kan leiden tot hoge kwaliteitsvermindering en afkeuring. Als vleeskuikenhouder moeten we tijdens deze periode aanwezig zijn om ervoor te zorgen dat de vangprocedures correct worden gevolgd. Voor aanvang van het vangen moeten alle voer-, drink-, verrijkings- en weegapparatuur worden verhoogd of uit de stal worden verwijderd. Het dimmen van de lichten of het gebruik van rood / blauw / groene lichten en vluchthekken helpen het vluchten en overbevolking te verminderen.
Aandachtspunten bij kuikenvangen
Nationale richtlijnen voor pluimvee en wettelijke voorschriften over de juiste behandeling van de dieren kan per land en soms zelfs per regio verschillen, maar dieren mogen nooit bij de kop, de nek, bovenste deel van de poot of vleugels worden gepakt en het aantal keren dat de dieren worden opgepakt dient zoveel mogelijk beperkt te worden. Het vangen van dieren bij hun lichaam (rug), hoewel beperkt tot twee kippen tegelijk, kan nuttig zijn om afkeur als gevolg van vleugel- en pootbeschadigingen te verminderen. Voorzichtigheid is ook geboden bij het plaatsen van de dieren in de containers of kratten. Die mogen nooit overvol zijn, volgens de specificaties van de producent en rekening houdend met de omgevingsomstandigheden. Automatische vangmachines zijn een nuttig middel om kippen te vangen. Correcte bediening en onderhoud van de machine en de transportband volgens de richtlijnen van de fabrikant zullen eventuele verwondingen helpen voorkomen.
Behoud van darmkwaliteit
Als het gaat om besmetting en gewichtsverlies van de karkassen, leert de praktijk ons dat een wachttijd van acht tot twaalf uren het darmkanaal kan legen, terwijl de darmen hun kracht en flexibiliteit behouden. Het behouden van de darmkwaliteit is van cruciaal belang om scheuren en breuken tijdens de verwerking te minimaliseren en zo het risico op besmetting van het karkas tijdens het verwijderen van de ingewanden te verminderen. Vermindering van volume is het natuurlijke gewichtsverlies (tot 0,25 procent per uur) dat optreedt wanneer kippen geen toegang meer hebben tot voer en water. Een goed programma voor voeronthouding, samen met het juiste transport en een minimale wachttijd op het slachthuis, zullen eventuele verliezen verminderen. Zorg ervoor dat de kippen minimaal twee uren na het onthouden van voer vrije toegang hebben tot water. Beste praktijk is om vrije toegang tot water te bieden tot de aankomst van de vangploeg bij de stal. Een goede communicatie met de slachterij bevordert een succesvol programma voor het onthouden van voer. Als er grote vertragingen zijn tijdens het vangen, geef de kippen dan water. Als de vangst (verwerking) niet binnen 12 uren kan worden hervat, moet het voersysteem (met voer) worden verlaagd zodat de kippen opnieuw kunnen eten.
Voorkomen van spierafwijkingen
Er zijn verschillende spierafwijkingen (BM), die bij het slachthuis afkeur kunnen opleveren. De twee meest voorkomende afwijkingen, die tegenwoordig bij vleeskuikens worden waargenomen, zijn white striping en wooden breast. Hoewel de exacte oorzaken van deze afwijkingen nog niet volledig bekend zijn, zijn er enkele managementpraktijken die we in de stal kunnen implementeren om ze te verminderen. Opstart is een belangrijke periode. We willen de activiteit van de stamcellen stimuleren en op jonge leeftijd het aantal spiercellen vergroten. Zorg voor vroege toegang tot voer en water en bereik een minimale groeiratio van de eerste week van 4,6. Daarna moet de groeisnelheid dicht bij de rasstandaard blijven en moet ervoor gezorgd worden dat de rest van de cyclusperiodes van snelle groei worden vermeden. Er moet gedurende de hele cyclus voor een minimale ventilatie worden gezorgd om het kooldioxidegehalte onder de 3000 ppm te houden. Temperatuurbeheersing is ook van cruciaal belang. Voorkom omstandigheden, die ertoe leiden dat de kuikens gaan hijgen, omdat dit kan leiden tot oxidatieve stress en de pH-waarden in het bloed kan veranderen, waardoor het risico op spierafwijkingen toeneemt. Oververhitte kippen hebben de neiging om te gaan liggen, waardoor een druk op de borstspieren ontstaat, de bloedstroom wordt beperkt en de zuurstoftoevoer wordt verminderd, wat het risico op spierafwijkingen verhoogt. Volg onze rasrichtlijnen (tabellen 1 en 2) voor temperatuur en maak kleine aanpassingen afhankelijk van het diergedrag. Het aanpassen van verlichtingsprogramma’s om de groeisnelheid te manipuleren, heeft mogelijks niet het gewenste effect. Het is belangrijk om een opfokomgeving te creëren, die de beweging van vleeskuikens bevordert en lange rustperioden dat de vleeskuikens op hun borst liggen minimaliseert. Hetzelfde verlichtingsprogramma werkt niet overal, maar het volgen van rasrichtlijnen is een goed startpunt.
Tabel 1. Temperatuurrichtlijnen tijdens de opstart op basis van relatieve vochtigheid.
Temperatuurcurve gebaseerd op relatieve vochtigheid | |||||
|
Relatieve vochtigheid |
||||
Leeftijd (Dagen)* |
30% |
40% | 50% | 60% |
70% |
0 |
34°C |
33°C | 32°C | 31°C |
30°C |
7 |
32°C |
31°C | 30°C | 29°C |
28°C |
14 |
29°C |
28°C | 27°C | 26°C |
25°C |
28kg/m2 (bezettingsdichtheid) |
25°C |
24°C | 23°C | 22°C |
21°C |
* Observeer altijd het gedrag van de kip en meet de interne lichaamstemperatuur voordat u de ingestelde temperatuur van de stal aanpast.
Tabel 2. Temperatuurrichtlijnen op basis van bezettingsdichtheid.
Temperatuurgids gebaseerd op bezettingsdichtheid | ||
Dichtheid kg/m2 | Doeltemperatuurbereik (°C) | Doeltemperatuurbereik (°F) |
28 | 22 tot 24 | 72 tot 75 |
30 | 21 tot 23 | 70 tot 73 |
32 | 20 tot 22 | 68 tot 72 |
34 | 19 tot 21 | 66 tot 70 |
36 | 18 tot 20 | 64 tot 68 |
38 | 17 tot 19 | 63 tot 66 |
40 | 16 tot 18 | 61 tot 64 |
42 | 15 tot 17 | 59 tot 63 |
42+ | 14 tot 16 | 57 tot 61 |
Temperatuur-, ventilatie- en drinkwatermanagement
Een belangrijke indicator voor het welzijn van de kuikens in de stal is het percentage selectie en afkeuringen als gevolg van pododermatitis, voetzoolleasies, brandwonden aan de hak en borstblaren. De juiste ventilatiecapaciteit (luchtverversingssnelheid) en luchtverdeling zijn de sleutels om de relatieve vochtigheidsgraad van de stal onder de zeventig procent te houden en het strooisel gedurende de hele cyclus droog te houden. Het gebruik van circulatieventilatoren kan enorm helpen bij het droog houden van het strooisel. Correct management van het drinksysteem (bijvoorbeeld de druk, stroomsnelheden en hoogtes) moet worden aangepast aan de leeftijd van de kip om vermorsen van water te voorkomen. Het gebruik van lekschaaltjes helpt, vooral wat betreft het latere deel van de cyclus. Controleer strooisel onder drinklijnen. Als dat nat is, controleer drinksystemen op lekken of pas de druk en hoogtes indien nodig aan. Eenmaal gecorrigeerd, verwijder nat strooisel en vervang het door vers of droog strooisel. Ook het type strooisel, dat wordt gebruikt, speelt een rol. Er zijn verschillende opties beschikbaar, elk met specifieke kenmerken en minimale diktes, dus zorg ervoor dat u de richtlijnen volgt voor het gebruikte strooisel.
Succesvolle genetische selectie heeft de kans op ascites (buikwaterzucht) aanzienlijk verminderd, maar het blijft nog steeds een reden van afkeur bij het slachthuis. Ook hier speelt de opstartperiode een grote rol, waarbij temperatuur- en ventilatiemanagement speerpunten zijn. Zorgen dat de kippen in hun thermische comfortzone blijven door voldoende verwarmingscapaciteit (minimaal 0,075-0,10 kW / m3) om de ingestelde temperaturen te handhaven, een minimum aan stof- en vloertemperatuur van 30-32 graden en 28-30 graden te bereiken. Een goede luchtkwaliteit moet gedurende de hele cyclus worden gehandhaafd door het kooldioxidegehalte onder de 3000 ppm te houden, zodat de kippen voldoende zuurstof krijgen.
Met een goed management in de stal kan de afkeur op de slachterij aanzienlijk worden verminderd. In dit artikel worden enkele belangrijke aandachtspunten voor vleeskuikenhouders uiteengezet. Indien nodig, vindt u meer gedetailleerde informatie over elke belangrijke managementpraktijk in onze Broiler Management Guide: https://www.cobb-vantress.com/resource/management-guides.
Kijk voor meer informatie: www.cobb-vantress.com/broilerPTW9
Brendan Graaf, vleeskuikenspecialist Cobb Europe