Een succesvolle startperiode is de sleutel tot het behalen van een winstgevende koppel en een verzekering voor een goed welzijn van de vleeskuikens. Een goede startperiode is essentieel voor de vroege ontwikkeling, groei, uniformiteit, gezondheid en efficiëntie. Lees hier het kennisartikel van Cobb Europe over het belang van een goede kuikenstart.
Er is een duidelijk verband tussen de resultaten van de eerste week en de uiteindelijke resultaten. Een optimale startfase van zeven dagen kan een commercieel vleeskuiken opleveren met een hogere gemiddelde dagelijkse groei en een lagere voerconversie. Een goede vroege ontwikkeling draagt namelijk bij aan de efficiëntie van het vleeskuiken. In de eerste week moet een minimale groei van 4.6 keer het eendagskuikengewicht worden behaald. Dit kan worden bereikt met veel aandacht voor detail, een comfortabele, stressvrije omgeving en gemakkelijke toegang tot goede kwaliteit van water en voer.
Juiste temperatuur en luchtvochtigheid
De juiste temperatuur is cruciaal tijdens de opstartperiode. Omdat de kuikens pas op vijf dagen hun eigen temperatuur kunnen regelen (warmbloedig) zijn ze de eerste dagen volledig afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Voor het verwarmen van de stal is minimaal 28 graden Celsius vereist voor de betonvloer en 30 graden voor strooisel, voordat de kuikens aankomen. Een comfortabele lichaamstemperatuur van 40 tot 40,6 graden moet gedurende de eerste vier dagen worden gehandhaafd en daarna oplopen tot 41 tot 42 graden. Bij het instellen van de temperatuur van de stal moet rekening worden gehouden met de invloed van de relatieve vochtigheid. Een hoge relatieve vochtigheid is oncomfortabel voor de kuikens, vermindert hun warmteverlies en voegt overtollig vocht toe aan het strooisel. Het advies is om de relatieve vochtigheid onder de zeventig procent te houden.
(Foto: Cobb Europe)
Luchtkwaliteit waarborgen
Een juiste luchtkwaliteit moet constant worden gewaarborgd. Een goed werkend ventilatiesysteem verwijdert schadelijke gassen en overtollig vocht uit de stal en zorgt voor een optimale zuurstoftoevoer (minimaal 19,6 procent). Een hoog kooldioxidegehalte veroorzaakt lethargische, inactieve kuikens met verminderde consumptie en groei, wat de prestaties beïnvloedt. Het kooldioxidegehalte mag nooit hoger zijn dan drieduizend ppm (0,3 procent).
Kuikenpapier voor meer uniformiteit
Zodra een kuiken water en voer heeft opgenomen, begint de ontwikkeling en groei. Als de vroege voeropname niet wordt bereikt, worden zowel vet als eiwit in de dooier geconsumeerd en zullen er onvoldoende eiwitten over zijn voor de ontwikkeling en groei. Om elk kuiken gemakkelijk toegang tot voer en water te geven, waarbij de uniformiteit wordt bevorderd, raden we aan om aan elke kant van de drinklijnen een rij papier van goede kwaliteit neer te leggen en hierop een minimum van 75 gram voer per dier gelijkmatig te verdelen, voordat de kuikens geplaatst worden. Er moet voldoende voer verstrekt worden voor de eerste 72 uur, totdat alle kuikens toegang hebben tot het definitieve voersysteem.
Optimaal watermanagement
Waterkwaliteit en -beheer is van cruciaal belang. Simpel gezegd: als het water niet goed genoeg is voor menselijke consumptie, dan is het niet geschikt voor onze vleeskuikens. Het schoonhouden van waterlijnen tijdens opstartperiode vereist bijzondere aandacht omdat de warme omgeving en de langzame stroming van water door de drinklijnen de ideale omgeving zijn voor bacteriegroei. Regelmatig spoelen van drinklijnen zal de vorming van biofilm voorkomen en helpt om de drinkwatertemperatuur onder de 25 graden te houden. Voor een drinksysteem met een goede doorstroming raden we een debiet door de nippels aan van veertig milliliter per minuut gedurende de eerste zeven dagen. Een doorstroomsnelheid van meer dan veertig milliliter per minuut maakt het voor de kuikens moeilijk om de nippels te activeren en kan leiden tot morsen waardoor het strooisel nat wordt. Als vuistregel geldt dat elk kuiken in de eerste 24 uur na plaatsing de helft van zijn lichaamsgewicht in water (ongeveer een milliliter per uur) en een kwart van zijn lichaamsgewicht in voer moet consumeren.
Trager etende kuikens
Ieder koppel heeft een percentage minder vitale, trager etende kuikens. Die moet worden ondersteund om ze in staat te stellen de snellere eters in te halen. Uiteindelijk wordt zo een betere uniformiteit van de koppel bevorderd. Ook de trager etende kuikens moet gemakkelijk toegang tot water en voer hebben. Regelmatig moet regelmatig het verbruik tijdens de beginfase worden geëvalueerd door het controleren van de watermeterstanden en de kropvulling van de kuikens. De eerste acht uur na plaatsing moet 85 procent van de kuikens voer en water in de krop hebben en dit moet na 24 uur toenemen tot 95 procent.
Goed en gelijkmatig licht
De vloer moet goed verlicht zijn, idealiter met een minimale lichtintensiteit van veertig lux om de activiteit en alertheid te stimuleren. De lichtverdeling moet gelijkmatig zijn waarbij extreme heldere en schaduwgebieden worden vermeden. Het donkerste gebied moet minimaal 25 lux zijn, waarbij niet meer dan twintig procent variatie bestaat tussen het helderste en donkerste gebied.
Het optimaliseren van de startperiode zorgt er voor dat het volledig genetisch potentieel van de Cobb 500 benut wordt. Goed voer-, water-, temperatuur- en lichtmanagement zijn cruciale factoren voor optimale prestaties. Deze extra inspanning tijdens de startperiode wordt uiteindelijk beloond in de eindprestatie van het koppel.
Door: Nigel Strain, Senior Regional Manager, Technical Service – Cobb Europe
Meer informatie: https://www.cobb-vantress.com/broiler/dutch?ref=broilerPKW7