Tien Vlaams-Brabantse plattelandsprojecten krijgen, via het Europees Programma voor Plattelandsontwikkeling, samen 1.381.000 euro Europese, provinciale en Vlaamse subsidies. Het gaat om projecten in Oetingen, Strijland, Herent, Geetbets, de druivengemeenten, de Rand rond Brussel, het Pajottenland en het Hageland.
Subsidies
“Deze subsidies zijn een erg belangrijke hefboom voor het behoud en de verdere ontwikkeling van ons platteland “, zegt Monique Swinnen, gedeputeerde voor plattelandsbeleid en Europa.
“Als streekmotor zorgt de provincie voor de behoud en de verdere ontwikkeling van ons platteland. Niet alleen landbouw, maar ook recreatie en plattelandstoerisme, handel, historisch erfgoed, cultuur en ecologie versterken een bloeiend platteland”, zegt Monique Swinnen, gedeputeerde voor plattelandsbeleid en Europa. “Deze subsidies zijn hiervoor een erg belangrijke hefboom.”
Duurzaamheid en klimaatdoelstellingen
Rendabiliteit, duurzaamheid, de klimaatdoelstellingen… er zijn veel uitdagingen voor de landbouw in de toekomst. Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant in Herent draagt alvast zijn steentje bij met een nieuw project: ‘Korte ketens voor innovatieve nicheteelten’. Dit project krijgt 186.068 euro subsidie via het Europees Programma voor Plattelandsontwikkeling. “In de praktijk komt het erop neer dat we de landbouwers, de streekproducenten en de consumenten met elkaar gaan verbinden door innovatieve teelt van streekproducten”, vertelt Els Gils, bedrijfsleider bij het Praktijkpunt Landbouw.
Landbouwers en streekproducenten
In het project van Herent worden korte ketens opgezet tussen landbouwers en streekproducenten. De landbouwer teelt op vraag van de streekproducent een innovatief gewas dat als (ingrediënt van een) streekproduct vermarkt wordt.
Streekproducten
“Het is een win-winsituatie”, zegt Els Gils. “Wij gaan samen met de streekproducenten en de landbouwers zoeken naar een interessante match. Een voorbeeld kan zijn pompoenpitten of maanzaad: wanneer een bakker in de buurt met deze ingrediënten aan de slag wil, dan gaan wij zoeken naar een lokale landbouwer die op die vraag kan inspelen. De landbouwer krijgt een eerlijke prijs en de streekproducent weet wie zijn kwalitatief hoogstaand ingrediënt teelt.”
“Samen nemen zij de consument ook mee in het lokale verhaal”, gaat Els verder. “Dat kan bijvoorbeeld met een bord langs het veld waar de boer teelt om het project toe te lichten, of in de verkooppunten informatie over het project zichtbaar maken. Zo vaart zowel de economische, ecologische als sociale duurzaamheid er wel bij.”
Meer weten over de tien geselecteerde projecten? Klik hier.
Bron: VILT