Honderden Kuikenchecks hebben de adviseurs van Coppens Diervoeding inmiddels bij vleeskuikenhouders uitgevoerd. Doelstelling is om met deze opzetmanagementtool verbeterpunten direct op te sporen en bij te sturen met het oog op de diergezondheid op de lange termijn. “Van gevoel naar cijfers”, verklaart vleespluimveespecialist Oscar Visser van Coppens.
Problematiek rond enterococcen
De problematiek rond enterococcen was voor Coppens Diervoeding een aantal jaren geleden een van de aanleidingen om een uitgebreide, maar toch goed werkbare managementtool voor de opstart van kuikens te ontwikkelen. Naast de opmerkingen uit het veld dat de kwaliteit van eendagskuiken veel wisselender was dan gewend. “De enterococcenproblematiek is altijd wat ongrijpbaar geweest. In de markt leefde het idee dat wellicht vroege voeding een oorzaak kon zijn. Collega Maarten Hollemans ging met deze geluiden aan de slag. Hoe krijgt je de opstart inzichtelijk? Zo is de Kuikencheck ontwikkeld. Een tool die het proces rond de opstart inzichtelijk en controleerbaar maakt”, legt Oscar Visser uit.
De Kuikencheck
De Kuikencheck is in een paar jaar tijd ontwikkeld tot een onmisbare tool in de gereedschapskist van de adviseurs. Coppens Diervoeding is hier overigens niet uniek in. Ook andere partijen in de pluimveehouderij verzamelen data voor kuikenmanagement op bedrijfsniveau. Toch stelt Visser dat er geen enkele tool zo uitgebreid is als het monitoringsprogramma achter de Kuikencheck.
Referentiepunten
De specialisten van Coppens werken met een digitale checklist met verschillende referentiepunten. “Als de kuikens de vrachtwagen uit komen, begint de monitoring. We meten de temperatuur en het lichaamsgewicht. Dat zegt ook iets over de temperatuur tijdens het transport”, steekt Visser van wal, “Liefst voeren we de gegevens in van 25 kuikens. Dit doen we op dag nul en dag 7.” Naast het wegen en temperaturen wordt ook gekeken naar de navelkwaliteit. “Als het naveltje goed gesloten en dus amper te zien is, is het risico op bacterie-infecties ook minder. Het kuikengewicht zegt weer iets over de uniformiteit. Zijn de verschillen groot, dan kan er ook sprake van een grotere hoeveelheid aan selectiekuikens zijn.”
Stalklimaat pluimveehouderij
Voordat de kuikens de stal in gaan worden verschillende criteria beoordeeld op het gebied van stalklimaat. Zo wordt de temperatuur in de ruimte, van de vloer en het strooisel gemeten, wordt er een CO2-meting verricht en de luchtvochtigheid geanalyseerd. “De cijfers vullen we in op ons invulblad. De pluimveehouder krijgt vrijwel direct een advies en de gegevens worden ook meteen naar de pluimveehouder gemaild. Met een stoplichtmodel zie je in één opslag wat goed of redelijk is en wat beter kan. Op deze manier kan de ondernemer meteen schakelen. Bijvoorbeeld als de temperatuur aan de lage kant is.”
Kuikens te warm
De laatste twee jaar is bijvoorbeeld meer duidelijk geworden over de relatie tussen hoge temperaturen en enterococcen. “Als de kuikens te warm worden opgevangen en de temperatuur te laat terug gaat, kan dat later in de ronde tot problemen leiden, zo stellen dierenartsen. Onder de 41 graden, kan je het risico op dat probleem substantieel terugdringen. ” Te lage temperaturen kunnen daarentegen zorgen voor inactiviteit van de kuikens met als gevolg dat deze bij elkaar gaan kruipen. Dat zorgt weer voor een slechte water- en voeropname. “Ik kom regelmatig tegen dat bij langere leegstand de ondernemers moeite hebben om bijvoorbeeld de vloer op de juiste temperatuur te krijgen.” CO2 is vooral een aandachtspunt in stallen waar nog met open verbranding wordt gewerkt. “We zien dit steeds minder, maar ons advies bij een te hoge CO2-concentratie kan zijn om toch voorzichtig al te beginnen met ventileren.”
Opvangmanagement
Na zeven dagen wordt de uitval genoteerd. “Dit geeft een indicatie van de kuikenkwaliteit. Daarna worden weer 25 kuikens getemperatuurd en gewogen en wordt opnieuw het stalklimaat in kaart gebracht. Deze gegevens zeggen veel over het opzetmanagement.”
Voor Coppens als diervoederspecialist zijn de parameters ook van belang. “Neem kropvulling op meerdere plekken in de stal. Hebben de kuikens het voer wel of niet opgenomen. Of het nu gaat om Hatchcare, Procare of traditioneel. Ook het gewicht is voor ons cruciaal. Is dat te laag dan kan ons advies zijn om meer startvoer te geven of de kuikens wellichtlanger op het kuikenpapier bij te voeren.”
Kuikencheck geeft inzicht in verbeteringen
Volgens Visser blijkt uit de honderden Kuikenchecks, die inmiddels door Coppens zijn uitgevoerd, dat de monitoringstool voor verbeteringen zorgt. “Opzetmanagement gaat over details. De Kuikencheck is puur bedoeld om ondernemers te helpen en uiteindelijk ook het antibioticagebruik naar beneden te brengen.” De Kuikencheck is niet bedoeld om met een beschuldigende vinger te wijzen. “In het begin was men, bijvoorbeeld vanuit de broederij, argwanend. Dat is honderd procent gedraaid. We hebben het natuurlijk over eendagskuikens. Ook als de omstandigheden in het transport suboptimaal zijn, bijvoorbeeld door een te hoge of lage temperatuur, dan is het niet verkeerd om daar een constructieve discussie over aan te gaan. Dit moeten we met elkaar oppakken en dat gaat zelfs super. Het is zelfs zo dat sommige broederijen zelf vragen om een Kuikencheck.”
De Kuikencheck in Nederland en België
De Kuikenchecks worden zowel in Nederland en als in België uitgevoerd. Visser ziet daar wel een groot verschil. “Het antibioticagebruik is in Nederland fors gereduceerd. Dat gaf ook aanleiding om kritischer naar de opstart te kijken, want dat moet goed zijn. In België wordt nog vaak opgestart met Lincospectin om enterococcen te voorkomen. Hierdoor wordt een minder goede opstart wat verbloemd.
Overigens zie je ook daarin een kentering ontstaan om het antibioticagebruik te verminderen. Dat begint met een goede opstart en daarin is een de Kuikencheck als tool superwaardevol. Daar liggen voor de Belgische vleeskuikenhouders dus mooie kansen om met de kuikencheck aan de slag te gaan.”
“Met Kuikencheck extra zekerheden inbouwen”
De meerwaarde van Kuikencheck is voor pluimveehouders John en Virginie Grutters nog groter sinds ze een bedrijf op afstand bij huren. Naast de 25.000 Beter Leven scharrelvleeskuikens in twee stallen op het thuisbedrijf in Groesbeek houden ze nu ook 51.000 Goed Nest-kippen in vijf stallen in het Limburgse Afferden. “Met hele jonge of juist oudere moederdieren is het kritisch. Daarom willen we het liefst ook kuikens van dezelfde moederdieren. Daar voorkom je al veel mee. Doelstelling is maximaal twee verschillende moederdieren en eigenlijk lukt dat altijd wel”, legt John Grutters uit, “Met de kuikens thuis doe je ’s avonds nog even een extra rondje door de stal. Op afstand blijft het beperkt tot één keer per dag. Natuurlijk kun je op afstand zaken als klimaat en voer in de gaten houden en bijsturen. De kuikens zien, is toch het allerbeste. Daarom proberen wij alles aan te grijpen om extra zekerheden in te bouwen.” De specialisten van Coppens Diervoeding voeren de Kuikencheck iedere keer uit bij het lossen van de kuikens. “Als pluimveehouder ben je op die momenten ontzettend druk om alles in gereedheid te brengen en in goede banen te leiden. Natuurlijk loop je wel mee, maar het is fijn als je een onafhankelijk persoon naar je opzetmanagement laat kijken.” Voor Grutters is de Kuikencheck belangrijk als ‘startpunt’. Wat zijn verbeterpunten en waar ging het eventueel mis. “Als de kuikens bijvoorbeeld te licht zijn, dan kun je daar met het bestellen van voer meteen rekening houden. Moet er langer startvoer worden gegeven of volstaat extra alertheid.” Ook richting de broederij kan de Kuikencheck aanknopingspunten geven. “Vooral met de nieuwe locatie op afstand. Met elkaar wil je de kuikens een zo goed mogelijke start geven.”
Tekst: Martin de Vries
Foto’s: Coppens Diervoeding en Ton Gelsing