De landbouwsector staat voor tal van uitdagingen in de komende decennia. Niet alleen moet ze een steeds toenemend aantal mensen voeden, door de klimaatopwarming wijzigen ook de omstandigheden waarin ze dat moet doen. Bovendien wordt er van de landbouwer gevraagd dat hij duurzaam en op een voedselveilige manier produceert. Hoe zal hij of zij erin slagen om deze uitdagingen het hoofd te bieden? Digitalisering kan hier een grote rol in spelen, in alle landbouwtakken. Maar er is ook reden tot bezorgdheid.
Meer voedsel voor meer mensen
De wereldwijde voedselproductie is momenteel voldoende om de huidige wereldbevolking, zo’n 7,8 miljard mensen, te voeden. Maar ze is niet gelijk verdeeld. Zo’n 821 miljoen mensen lijden honger. In 2050 zal de wereldbevolking gegroeid zijn tot 9,6 miljard mensen. Tegelijk neemt de druk toe op natuurlijke hulpbronnen zoals water en vruchtbare grond. Mensen gaan steeds meer in stedelijke gebieden wonen, waardoor ze voor hun voeding nog meer afhankelijk worden van derden.
Explosie Beiroet
De explosie van een opslagplaats met in beslag genomen ammoniumnitraat in Beiroet, toont aan hoe kwetsbaar zo’n systeem is. De explosie vernielde onder andere de graanopslag die in de haven aanwezig was. Libanon importeert tachtig procent van zijn voedingsmiddelen en de haven speelt daarin een erg belangrijke rol. De landbouwsector kan die logistieke uitdagingen niet oplossen; maar in andere aspecten heeft ze wel een grote rol te spelen: meer voedsel op een duurzame manier produceren. Daarvoor is er wel een dringende transformatie van de huidige agrivoedselketen nodig. In die transformatie zal digitalisering een heel belangrijke rol spelen.
Beheer van grondstoffen
Zo zal het beheer van grondstoffen doorheen het voedselsysteem op een geoptimaliseerde, geïndividualiseerde, intelligente en anticiperende manier moeten gebeuren. Data, die op verschillende plaatsen geproduceerd worden, zullen live te bekijken en te analyseren zijn. Dat betekent dat alle schakels steeds met elkaar verbonden zullen zijn, zodat ook de traceerbaarheid vlot verloopt. Bovendien moet het systeem op zichzelf kunnen functioneren en evolueren, zodat parameters automatisch aangepast worden aan de veranderende omstandigheden.
Een voorbeeld: in augustus maakten we een hittegolf mee. De digitalisering zou er dan voor moeten zorgen dat stalparameters automatisch aan het weer aangepast worden; zodat de kippen in de best mogelijke omstandigheden in de stallen kunnen verblijven. Maar dit kan ook automatisch een impact hebben op de voerleveringen, de mestafzet, de afvoer van de eieren of de vleeskippen enzovoort. Wat nu soms een logistieke nachtmerrie lijkt, zou dan vloeiend, automatisch en op het optimale moment kunnen verlopen, op basis van massa’s data-analyses en computersystemen die zelflerend zijn.
Digitale voorzieningen
Elke keten is maar zo sterk als zijn zwakste schakel. In digitalisering is dat niet anders. Er is een aantal basisvoorwaarden, dat vervuld moet zijn vooraleer we nog maar kunnen starten met de transformatie. Zo moet de basisinfrastructuur aanwezig zijn op alle locaties, deze moet op één of andere manier verbonden zijn met de andere schakels, het netwerk moet aanwezig en stabiel zijn, er moet internettoegang zijn en uiteraard moet de elektriciteit te allen tijde voorzien zijn. Daarnaast moet dit alles ook rendabel zijn, wil het breed ingang vinden. Alle mensen die ermee te maken hebben; moeten voldoende opgeleid zijn voor die taken die van hen verwacht worden. En ook de overheid moet mee. Beleidsbeslissingen in verband met technologische investeringen in landelijke gebieden of bijvoorbeeld het al dan niet toelaten van 5G, spelen een cruciale rol.
AgTech
De investeringen die dit alles mogelijk moeten maken, zowel voor overheden, landbouwers en toeleveranciers, zijn niet min. Grote integraties zullen het gemakkelijker hebben om die investeringen te doen. Maar individuele landbouwers hoeven niet in de kou te blijven staan. In Europa zijn er verschillende initiatieven die ervoor moeten zorgen dat zowel individuele landbouwers als startende en kleine maar innovatieve technologiebedrijven (AgTech) gebruik kunnen maken van gemeenschappelijke infrastructuur om hun toepassingen op te bouwen. Het is een beetje zoals met een weg: eens deze er ligt, kan iedereen er gebruik van maken op zijn eigen manier: te voet, met de fiets, met een camionette of met een snelle sportwagen.
5G
De technologiesector verwacht veel van het 5G-netwerk. In de Europese Unie hebben de lidstaten afgesproken dat er in 2020 minimaal één grote stad per land met 5G uitgerust wordt. Eind 2020 moeten de telecombedrijven dan de licenties in handen krijgen om het netwerk over het hele grondgebied uit te rollen.
In Nederland zal het Agentschap Telecom eind 2020 via een elektronisch veilingsysteem de toegang tot 5G. KPN, T-Mobile en VodafoneZiggo zullen daar aan deelnemen. Begin 2020 kregen in België Proximus, Orange, Telenet, Cegeka en Entropia een tijdelijke 5G-licentie die vanaf juni mogen gebruiken om testen op uit te voeren.
België loopt achter op commercieel gebied
Maar België hinkt achterop wat het commercieel uitrollen van 5G betreft. Nochtans is 5G cruciaal voor de digitale transformatie van de landbouwsector. Waar de G’s van 1 tot 4 vooral voortbouwden op hetzelfde (een betere mobiele ervaring, meer capaciteit om te surfen en zelf materiaal op te laden) focust 5G vooral op het bedrijfsleven.
De nieuwe G moet ons in staat stellen om objecten met elkaar te verbinden: sensoren, machines, installaties, enzovoort. Het netwerk is bovendien veel sneller waardoor data versturen en ontvangen tot honderd keer sneller kan dan met 4G. Maar de meeste aanbieders zullen eerst focussen op stedelijke gebieden, vooraleer ze naar het platteland kijken. In heel wat landen betekent dit dat de landelijke gebieden achterop zullen hinken. In een verstedelijkt land als België zou het kunnen dat de landbouwgebieden mee gecapteerd worden met de rest van het land. Dat zou onze landbouw een voordeel geven, eens 5G eindelijk uitgerold is natuurlijk.
Europese focus
In de Europese Green Deal en de daaraan gekoppelde ‘Farm to Fork Strategy’, besteedt de Europese Commissie veel aandacht aan technologie en digitalisering. Die focus zet zich door in het nieuwe GLB. Ook het recent aangekondigde herstelpakket naar aanleiding van de COVID-19 crisis, dicht een grote rol toe aan digitalisering.
Deze gezondheidscrisis maakt nog maar eens duidelijk dat Europa een robuust, duurzaam en veerkrachtig voedselsysteem nodig heeft. Dat betekent dat er ook de nodige budgetten voorzien worden voor onderzoek, ontwikkeling en implementatie. Zo stelt de Europese Commissie voor om onder het programma ‘Horizon Europe’ 10 miljard euro te spenderen aan onderzoek en ontwikkeling voor voeding, bio-economie, natuurlijke grondstoffen, landbouw, visserij, aquacultuur, milieu en het gebruik van digitale technologieën en natuurgebaseerde oplossingen voor agrovoeding. Daarnaast maakt de Commissie een speerpunt van toegang tot snel en betrouwbaar internet in landelijke gebieden. Snel breedband internet moet precisielandbouw en het gebruik van artificiële intelligentie mainstream maken. Het doel is een volledige dekking in alle landelijke gebieden in Europa tegen 2025.
Veiligheid bij digitalisering
Een van de grootste moeilijkheden wanneer alles met alles verbonden is, is de beveiliging van het systeem. Slag om slinger lezen we berichten over gehackte computers, bedrijven die lamgelegd worden of data die gestolen worden. Ook hier geldt: de ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Bovendien gaat het hier niet om één afgesloten systeem dat je volledig kan controleren.
Agroterroristen
De kracht van de digitalisering zit hem er net in dat een bijna oneindig aantal heterogene toestellen, sensoren, installaties kunnen koppelen in een systeem en data beginnen te delen, los van hun merk en configuratie. Hoe zorg je er dan voor dat enkel bonafide toestellen aanschakelen? Want hoe beter de systemen beginnen te werken, hoe meer we erop zullen vertrouwen en hun bevindingen volgen, als dit al niet automatisch gebeurt. Hoe lang duurt het dan vooraleer ‘een hack’ zichtbaar wordt en welke schade is er dan al geleden?
‘Agroterroristen’ zouden potentieel een grote landbouwregio kunnen hacken en ervoor zorgen dat bepaalde gewassen de verkeerde bemesting, water of pesticiden krijgen. Of alle sensoren die actief zijn in stalventilatie, worden in één beweging uitgeschakeld. Cyberinmenging in verkiezingen van andere landen, kennen we al. Komt daar binnenkort cyberinmenging in concurrerende landbouwstreken bij?
Landbouwsector hinkt achterop digitalisering
Uit internationaal onderzoek blijkt daarenboven dat andere sectoren wel al verregaande maatregelen genomen hebben om hun systemen tegen cybercriminelen te beveiligen. Maar de landbouwsector hinkt wat achterop, mede door zijn zeer specifieke eigenschappen.
Alleszins, de tijd dat je eerst je systeem uitrolt en dan de beveiliging eraan toevoegt, is met de verregaande digitalisering voorgoed voorbij. De beveiliging zal ingebakken moeten zijn in de systemen en zal eveneens zelflerend en automatisch moeten zijn. Continue checks op abnormale activiteit moeten een geautomatiseerd systeem in werking zetten om deze activiteiten te isoleren en uit te schakelen. Geen eenvoudige opdracht vermits ook de technologie snel wijzigt en evolueert.
Wordt zeker en vast vervolgd.
Tekst: Hilde De Wachter
Dit artikel komt uit onze gratis Pluimveekrant. Soortgelijke artikelen thuis op de mat?