Op de website van het FAVV vindt u meer info over vogelgriep en de huidige maatregelen. Hou voldoende rekening met het belang van bioveiligheid om de verspreiding van vogelgriep te vermijden.
Vanaf 15 november ging een periode van verhoogd risico voor vogelgriep in op het hele grondgebied. Volgende preventieve maatregelen tegen het vogelgriepvirus worden daardoor van kracht:
- Pluimvee van professionele houders en van hobbyhouders, met uitzondering van loopvogels, moet worden opgehokt of afgeschermd (met behulp van netten).
- Alle pluimvee en vogels moeten binnen (of onder netten) moeten worden gevoederd en gedrenkt.
- Pluimvee en vogels mogen niet gedrenkt worden met regenwater of oppervlaktewater waartoe wilde vogels toegang hebben.
Dode vogels
Mensen die in de natuur een dode wilde (water-)vogel opmerken, wordt verzocht om dit te melden via het gratis telefoonnummer 0800 99 777. Op die manier kan eventueel een onderzoek voor vogelgriep worden opgestart. Voorkom de verspreiding van het virus en raak de vogels niet aan.
Buurlanden
Nederland en Duitsland meldden eind oktober de eerste besmettingen van het najaar met hoogpathogene vogelgriep H5 bij pluimvee. Ook de trekroutes van wilde vogels die ons land aandoen, zijn besmet. Er kondigt zich dus een erg zwaar vogelgriepseizoen aan.
Precieze virustype nog onbekend
Het precieze virustype in Nederland is nog niet gekend; er is enkel geweten dat het om een H5-virus gaat. In Duitsland gaat het om een H5N1-virus: dit is het virus dat sinds de zomer het meest is aangetroffen in zowel wilde vogels als pluimvee. Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV)volgt de situatie van nabij op en zal, zodra de situatie dit vereist, een periode van verhoogd risico afkondigen.
Wees waakzaam
Aan professionele pluimveehouders wordt dan ook gevraagd om waakzaam en voorzichtig zijn bij alle activiteiten in en rond de stallen. Schenk bijzondere aandacht aan het uitladen en verplaatsen van dieren, alsook aan de bioveiligheid van het strooisel dat in de stal gebruikt wordt. Stalbezoek door derden moet zoveel als mogelijk beperkt worden en moet steeds gepaard gaan met een strikte toepassing van de preventieve maatregelen. Daarnaast is het op professionele pluimveebedrijven nog altijd verplicht om pluimvee binnen (of afgeschermd) te voederen en te drenken. Bij bedrijven gelegen in een risicogebied voor wilde vogels, moet de buitenloop van pluimvee permanent afgeschermd zijn.
Uiteraard is ook bij het vervoer van dieren en eieren een verhoogde aandacht voor de reinheid van het gebruikte materiaal (kratten, trolleys, vervoermiddelen, …) absoluut noodzakelijk.