Goede hygiëne is geen garantie voor het voorkomen van vogelgriep, maar het vermindert wel sterk de kans. De onderzoekers van Universiteit Utrecht hebben een aantal tips geformuleerd voor pluimveehouders om de kans op insleep van vogelgriep te verkleinen, gebaseerd op onderzoek naar de insleeproutes 2020-2021. Het belangrijkste advies is: probeer op alle mogelijke manieren direct en indirect contact van mensen, voertuigen, materialen, plaagdieren en uw huisdieren met wilde watervogels en pluimvee van andere bedrijven, en hun ontlasting, te voorkomen.
Adviezen
De onderzoekers adviseren de pluimveehouders het volgende:
- Loop alle hygiënemaatregelen op uw bedrijf grondig na, en verbeter waar nodig.
- Maak het erf, de strooiselopslag en de omgeving van de stal zo onaantrekkelijk mogelijk voor watervogels, maar ook voor andere vogels (zoals meeuwen, kraaiachtigen, spreeuwen etc.) en plaagdieren omdat deze als brug-gastheren kunnen dienen.
- Beperk het aantal bezoekers en voertuigen op het erf en in de stal zoveel mogelijk, en zorg voor een goede scheiding van de schone weg / vuile weg, bv. door uw bedrijf in rode, oranje en groene zones in te delen.
- Gebruik de hygiënesluis consequent en zorg ook hier voor een duidelijke scheiding tussen de schone en vuile weg zodat geen besmet materiaal van het erf de stal in kan komen.
- Controleer rondom de luchtinlaten (nok en zijkant), de daken en het erf regelmatig op de aanwezigheid van ontlasting van wilde vogels. Verwijder de ontlasting, reinig en desinfecteer de plek, maar voorkom hierbij dat er stof- en aerosolvorming optreedt.
- Controleer op lekkages en kieren en spleten. Voorkom dat vogelontlasting via bv. regenwater vanaf het dak of de regengoot via ventilatieopeningen naar binnen kan komen. Voer regenwater van het dak via regengoten ondergronds af zodat het erf schoon blijft.
- Voorkom het opwervelen van ontlastingsdeeltjes vanaf de grond (bv. vanaf voertuigwielen, bij maaien, ploegen en baggeren) en probeer werkzaamheden op het land bij de sloten en baggeren etc. in de herfst/winterperiode uit te stellen.
Alleen met een goede bedrijfshygiëne op álle bedrijven kunnen pluimveehouders de kans op een uitbraak beperken.
Opsporen
Wanneer toch een infectie optreedt, is een snelle opsporing erg belangrijk. Dit kan verspreiding naar andere pluimveebedrijven tegengaan en beperkt gezondheidsrisico’s voor vogels en mensen. Geadviseerd wordt het volgende:
- Wees alert op niet-typische verschijnselen van vogelgriep en meld bij NVWA elke verdenking en laat de dierenarts bij twijfel altijd Early Warning-swabs nemen.
- Met name voor andere pluimveesoorten dan kippen zijn de eerste verschijnselen niet zo duidelijk. De sterfteratio zoals die voor leghennen, vermeerderingsdieren en vleeskuikens in de aangescherpte meldingsplicht geldt (3 x de gemiddelde sterfte van de week ervoor) kan kleinere afwijkingen in sterfte eerder oppikken. Het is aan te raden deze sterfteratio nauwlettend in de gaten te houden, ook bij vleeskalkoenen en vleeseenden.
Bron: AVINED