Binnen het Horizon 2020 project NETPOULSAFE bundelen zeven landen hun krachten om de bioveiligheid in de pluimveehouderijen te verbeteren. “We gaan ondersteunende maatregelen samenstellen, valideren en delen”, klinkt het bij de deelnemers. In ons land nemen drie kennisinstellingen deel: de faculteit Diergeneeskunde van de UGent, ILVO en Vetworks.
Sector gevoelig voor epidemieën
De pluimveesector is een van de belangrijkste landbouwproducties in Europa. Maar het is ook een zeer gevoelige sector met betrekking tot epidemieën; die grote economische gevolgen kunnen hebben voor de sector – bijvoorbeeld uitbraken van aviaire influenza in 2015 en 2017. Ook door voedsel overdraagbare ziekteverwekkers zoals bijvoorbeeld salmonella kunnen een invloed hebben op de volksgezondheid.
Bioveiligheid
“Juiste en goede bioveiligheid zien we als de meest effectieve maatregel voor het voorkomen van verspreiding van ziekten en het beschermen van duurzame pluimveebedrijven”, zegt Hilde Van Meirhaeghe van Vetworks. “Goede praktijken zijn in heel Europa bekend; maar de toepassing door veehouders en andere exploitanten zoals vervoer of broederijen is vaak nog niet optimaal. Hier wil het NETPOULSAFE project iets aan doen.”
NETPOULSAFE
Het NETPOULSAFE project, uitgevoerd in zeven grote pluimveeproducerende landen – Frankrijk, Spanje, Italië, Hongarije, België, Nederland en Polen – heeft als doel de naleving van bioveiligheid in de pluimveehouderij te verbeteren; door ondersteunende maatregelen samen te stellen, te valideren en te delen.
Die ondersteunende maatregelen zijn praktijkvoorbeelden die bijdragen tot een effectieve uitvoering van bioveiligheid en die rechtstreeks kunnen worden uitgevoerd door veehouders, adviseurs (inclusief dierenartsen) en beleidsmakers. “Hiervoor worden er zeven nationale multi-actor netwerken opgericht die alles samen zullen bestaan uit meer dan 500 personen”, klinkt het.
Voorgestelde maatregelen
De voorgestelde maatregelen zullen zowel uit de praktijk als uit de literatuur worden verzameld en geanalyseerd vanuit technisch en sociaal-economisch oogpunt. “De maatregelen worden dan ofwel gevalideerd op proefboerderijen, ofwel rechtstreeks verspreid onder belanghebbenden”, aldus de organisatoren.
Relevante maatregelen zullen we op grote schaal verspreiden via op maat gemaakt materiaal zoals bijvoorbeeld audiovisuals, factsheets en e-learningmodules. “Die zullen worden verspreid via de nationale netwerken. Daarnaast zal het materiaal gedeeld worden op een speciaal platform, dat tegen het voorjaar van 2021 beschikbaar zal zijn.”
Twee miljoen van de EU
Het project, gefinancierd door het EU-onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020, heeft een totaal budget van ongeveer twee miljoen euro en loopt van oktober 2020 tot en met september 2023.
Bron: VILT