Op weg naar een salmonellavrije vleeskuikenketen vormen Salmonella Infantis en Salmonella Paratyphi B variant Java een lastige horde. Infantis rukt op en is net als Java lastig te bestrijden. “Het zijn hardnekkige kiemen die overal kunnen zitten”, vertelt Pieter Kirkels van Elanco Animal Health.
Uit gegevens van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) blijkt dat 3,6 procent van alle salmonellagevallen bij mensen voortkomt uit het eten van besmette kip. In 25 procent van deze gevallen is Salmonella Enteritidis de veroorzaker. In 24 procent is Salmonella Typhimurium de boosdoener. Een derde plaats is er voor Salmonella Infantis.
Hoewel deze in slechts vijf procent van de gevallen de veroorzaker is, is dit wel zorgwekkend te noemen. Sinds 2013 neemt deze kiem namelijk meer en meer de overhand. Zo werd in 2020 aan de slachtlijn 94 keer een besmetting met S. Infantis vastgesteld. In 2019 was dit nog 63 keer en in 2018 was het aantal 56. Ook in België neemt S. Infantis een steeds prominentere plek in als veroorzaker van salmonellaproblemen bij mensen, zo blijkt uit cijfers van het NRCSS, het Nationaal Referentiecentrum voor Salmonella en Shigella.
Salmonella Paratyphy B. variant Java staat al jaren bekend als lastige kiem en heeft in de loop der jaren voor forse salmonella-uitbraken bij mensen gezorgd. Java werd de afgelopen jaren minder aan de slachtlijn gevonden en het aantal ziektegevallen door deze kiem neem ook af. “Het lijkt dat S. Infantis de plek van S. Java min of meer heeft overgenomen”, vertelt Pieter Kirkels, key accountmanager Poultry Vaccins van Elanco Animal Health. “Desondanks verdient ook bij S. Java preventie en bestrijding alle aandacht. Het is een vervelende tegenstander waar we als sector hoe dan ook vanaf moeten.”
Problemen bij vleeskuikens
S. Infantis zorgt alleen bij vleeskuikens voor een opmars. Bij leghennen komen problemen amper voor en zijn ze ook minder hardnekkig. “Soms test een koppel aan het einde van de leg positief op S. Infantis. Maar een leghennenbedrijf komt in tegenstelling tot een vleeskuikenbedrijf relatief makkelijk weer van de besmetting af. Dit kan te maken hebben met de langere leegstand, vaccinatie van de hennen tegen Salmonella en meer tijd voor schoonmaken en desinfecteren. Veel dingen over S. Infantis weten we echter niet’, vertelt Kirkels. S. Java zorgt al sinds begin deze eeuw voor problemen. Toch is over deze kiem ook nog veel onbekend. “S. Java is een typisch Benelux-probleem. In de rest van Europa komt hij niet veel voor. Daarom wordt er ook minder onderzoek naar gedaan en is er dus relatief minder over bekend.”
Besmetting kan diep zitten
Het probleem bij zowel S. Java als S. Infantis is dat deze bacteriën zich overal verstoppen, goed overleven in stof en daardoor lastig aan te pakken zijn. Overal waar stof kan komen, kan ook S. Infantis komen. Van kieren in de vloer, tot de voerlijn en de warmtewisselaar. Niet alleen in de stal, maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in de voorruimte of in de omgeving rond de stal. Het lokaliseren en elimineren van S. Infantis kan daardoor tot hoge kosten leiden. Reinigen en ontsmetting kost extra tijd, geld en moeite. Soms moet de hele voerlijn ontmanteld worden of zelfs worden vervangen omdat de bacterie erin zit en er ronde na ronde in slaagt kuikens te besmetten. Ook kan een besmetting uitmonden in een langere leegstandsperiode en dus minder opbrengsten. Ervaringen uit Duitsland en Oostenrijk leren dat de kosten van elimineren van S. Infantis uit een stal kunnen oplopen tot 20.000 euro per stal.
Besmetting horizontaal
S. Infantis en S. Java komen uitsluitend de vleeskuikenstal binnen via horizontale transmissie. Dit betekent dat besmetting van koppel tot koppel gaat. Besmetting via restverontreiniging van voerlijnen en strooisel zijn berucht. Eenmaal binnen laten de bacteriën zich over het algemeen moeilijk verwijderen. Hoe langer het probleem aanhoudt, hoe moeilijker de bacterie te verwijderen is. S. Infantis overleeft gemakkelijk in de omgeving, ook in de bodem, in beton buiten of in grind. Verticale besmetting, dus vanuit de moederdieren, lijkt verwaarloosbaar. “Dit betekent echter ook dat vaccineren van vleeskuikenouderdieren voor vleeskuikens weinig zin heeft. De moederdieren geven minimaal afweerstoffen mee aan de kuikens”, vertelt Kirkels.
Resistentie ligt op de loer
Hoewel S. Infantis en Java qua hoeveelheid humane ziektegevallen relatief laag scoren in vergelijking met bijvoorbeeld S. Enteritidis en S. Typhimurium, zijn het wel kiemen die om een keiharde aanpak vragen. Want heeft u ze als vleeskuikenhouder één keer op het bedrijf, dan is het heel lastig om er weer vanaf te komen.
“Bestrijden van S. Infantis is extra belangrijk vanwege het toenemend aantal ziektegevallen bij mensen door deze kiem. Daarnaast is het een multiresistente kiem. Dankzij bepaalde genen is hij goed bestand tegen omgevingsfactoren. Zo is hij minder gevoelig voor antibiotica en desinfectiemiddelen. Het risico kan daarbij bestaan dat hij deze genen overbrengt op andere bacteriën, die daardoor ook minder gevoelig worden.” In Italië zijn S. Infantis-stammen beschreven die resistent zijn tegen Colistine. Aangezien Colistine één van de laatste middelen is voor de behandeling van bepaalde infecties bij mensen, is dit een zorgwekkende ontwikkeling. S. Java wordt in toenemende mate resistent tegen fluorchinolonen, een belangrijk antibioticum voor de behandeling van salmonella-infecties bij de mens.
Lees hier meer over de totaalaanpak van salmonella op vleeskuikenbedrijven