Salmonella Infantis en Salmonella Paratyphi B variant Java zijn lastige kiemen voor vleeskuikenhouders. Net als bij andere salmonellatypes werkt bij S. Infantis en S. Java slechts een totaalaanpak.
“Dit betekent samenwerking tussen de pluimveehouder en de ketenpartijen onderling én een goede samenwerking op het boerenerf”, weet Pieter Kirkels Keyaccount manager Poultry Vaccins van Elanco Animal Health. “Een vleeskuikenhouder kan het niet alleen. Als Salmonella op het vleeskuikenbedrijf aangepakt moet worden, is het belangrijk dat pluimveehouder, dierenarts en voerleverancier elkaar opzoeken en een plan van aanpak maken. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. De dierenarts heeft een goede kijk op de bioveiligheid en vaccineren, de voeradviseur weet veel over bijvoorbeeld de voer- en waterlijnen.
Daarnaast heeft hij veel kennis van het aanzuren van voer en drinkwater. In het volgende stadium worden ook een specialist op het gebied van ongediertebestrijding en een adviseur op het gebied van reiniging en ontsmetting betrokken.” In de praktijk ziet Kirkels nogal eens dat reiniging en ontsmetten te licht wordt opgevat. “Laat je goed adviseren door iemand die hier verstand van heeft. Pluimveehouders zien bijvoorbeeld dat een voerpan nog een beetje vies is, maar denken mogelijk dat ze door te ontsmetten ziekteverwekkers die in het vuil zitten onschadelijk maken. Het tegendeel is echter waar. Vuil verstoort de werking van desinfectiemiddelen. Het moet eerst schoon zijn, voordat er gedesinfecteerd kan worden. Schoonmaken is de basis, desinfectie is de laatste tien procent.”
Lees hier meer over de totaalaanpak van salmonella op vleeskuikenbedrijven