Door de natte zomer ligt het mycotoxinegehalte in de graanoogst dit jaar hoger dan vorig jaar. “Het is nu zaak waakzaam te zijn voor eventuele toename van mycotoxines tijdens de bewaring van de granen. Extra aandacht is aangewezen”, luidt het vanwege BFA, de beroepsvereniging van kern- en diervoederfabrikanten.
Het Early Warning Systeem (EWS) is een jaarlijks initiatief dat binnen de sector genomen wordt als toevoeging op het uitgebreide sectorale voedselveiligheidsplan. Bedoeling is om zo snel mogelijk na de oogst gegevens te verzamelen en analyseresultaten ter beschikking te stellen aan de graanhandel en graanverbruikers.
Er werden voor 2021 in totaal 494 stalen verzameld en geanalyseerd. 35 procent van de granen komt uit Frankrijk en 26 procent is van Belgische origine. Volgende granen werden gescreend: tarwe (66%), gerst (26%) en in mindere mate rogge, haver, triticale en spelt.
Uit de resultaten blijkt dat in 18,2 procent van de stalen minstens één mycotoxine werd gedetecteerd.
- Voor deoxynivalenol(DON) werden in totaal 494 analyses uitgevoerd waarvan 82 procent met een resultaat beneden de detectielimiet van 300 ppb. In 2020 – toen we een droge zomer hadden – bedroeg dit nog 98 procent. De laagste norm voor food werd dit jaar 12 keer overschreden maar we bleven telkens onder de norm voor feed van 8.000 ppb (maximaal teruggevonden gehalte 4.346 ppb).
- Voor zearalenon (ZEA) ligt 94 procent van de resultaten beneden de detectielimiet. In 2019 bedroeg dit 92 procent. De maximale norm voor food werd 5 keer overschreden maar we bleven ook hier telkens onder de norm voor feed van 2.000 ppb (maximaal teruggevonden gehalte van 153 ppb).
- De gehalten aan aflatoxine B1, fumonisine B1 en fumonisine B2 liggen allen onder de detectielimiet.
- Voor T-2 is 83 procent van de stalen onder detectielimiet en voor HT-2 ligt 77 procent van de resultaten beneden de detectielimiet. De maximale som voor T-2 en HT-2 (271 ppb) werd teruggevonden in een staal van haver van Belgische origine en bleef onder de indicatieve waarde voor haver (1.000 ppb). “Door de natte weersomstandigheden liggen de resultaten hoger dan vorig jaar. Zeker voor granen die langer op het veld bleven staan werden al verhoogde concentraties waargenomen. Daarom is het dit jaar van extra belang om eventuele toename van mycotoxines tijdens de bewaring goed in de gaten te houden”, merkt Katrien D’hooghe, managing director van BFA, op. “Hoewel de resultaten steeds onder de norm voor feed bleven, kan het alsnog krap worden voor formulatie in bijvoorbeeld varkensvoeders wanneer ook de gehalten in de mais die nu nog op het veld staat hoger uitvallen. Het is dus aangewezen extra analyses in te plannen, weg van het veld. Een uitgebreide visuele check van de granen vóór inmenging in de silo is eveneens sterk aangewezen.”
Tekst: Franky De Letter