In 2019 produceerden de leden van de Belgian Feed Association (BFA) 6,7 miljoen ton diervoeders, goed voor 90% van de totale veevoederproductie in ons land. Daarmee staat België op de achtste plaats in de Europese top-10 van grootste mengvoederproducerende lidstaten. Het grootste deel daarvan zijn varkensvoeders. De omzet daalde tegenover 2017 echter met 8,1 procent naar 4,55 miljard euro afgelopen jaar. “De impact van de Afrikaanse varkenspest en de vogelgriep (H3-virus) heeft zich zeker laten voelen in de sector”, zegt Katrien D’hooghe, directeur van BFA.
Veevoeder
Volgens het statistisch jaarverslag van BFA werd in Europa in 2019 163 miljoen ton veevoeder geproduceerd. Dat is 2 miljoen ton minder dan het jaar voordien. België blijft met een productie van 6,7 miljoen achtste in de Europese ranglijst. De top drie wordt ingenomen door Spanje, Duitsland en Frankrijk. Zij produceerden respectievelijk 24, 24 en 21 miljoen ton mengvoeder. Daarnaast moet ons land het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Italië en Polen nog voor zich dulden.
Veevoedersector
De 120 leden van BFA produceerden in 2019 6,7 miljoen ton veevoeder. De omzet daalde wel met 8,1 procent op twee jaar tijd naar 4,55 miljard euro. In 2017 bedroeg de omzet nog 4,96 miljard euro. “Op vlak van winstgevendheid is 2019 een gemengd jaar”, legt BFA-voorzitter Dirk Van Thielen uit. De eerste jaarhelft, zeker tot april, was niet goed. Daarna heeft het zich herpakt, met uitzonderlijk goede prijzen in de varkenssector. Dat heeft ook een positief effect gehad op de winsten in de veevoedersector. Maar globaal genomen was het jaar zeker niet denderend.”
Een andere belangrijke economische parameter is de tewerkstelling. Daar zien we een stijging van 1,2 procent ten opzichte van 2017. In 2019 waren 3.765 mensen tewerkgesteld in de Belgische mengvoederindustrie.
Europese diervoedersector
Naast omzet en tewerkstelling speelt ook import en export een belangrijke rol. Afgelopen jaar werden 1,48 miljoen ton diervoeders geïmporteerd in België. Nederland (63%) en Frankrijk (23%) zijn samen goed voor 86 procent van de totale import van diervoeder naar België. Ook voor de export uit België zijn Nederland en Frankrijk onze belangrijkste handelspartners. Frankrijk neemt 40 procent van de totale export voor zijn rekening, Nederland volgt met 25 procent. De handelsbalans in België is negatief met een tekort van 200.446 ton, aangezien er in totaal 1,28 ton diervoeder is geïmporteerd in 2019.
Afrikaanse varkenspest
Met een aandeel van 52 procent vormt varkensvoeder de hoofdbrok van de activiteiten van de Belgische veevoedersector. De afgelopen zes jaar is er evenwel een daling in de productie vast te stellen. In 2019 werd 3,5 miljoen ton varkensvoeder geproduceerd door 77 Belgische BFA-leden, een daling van 40.000 ton ten opzichte van 2017. “Die daling is enerzijds te verklaren door een toegenomen productiviteit. Het volume zeugenvoeders is de afgelopen jaren gedaald. Maar in 2019 hebben we ook het effect gezien van de Afrikaanse varkenspest. Terwijl we in de rest van Europa het volume zagen toenemen als gevolg van de zeer goede varkensprijzen, zien we dit in België niet”, aldus voorzitter Van Thielen.
Pluimveevoeder
Ook voor pluimvee is er een significante daling vast te stellen van het geproduceerde volume veevoeder: er werd 150.000 ton minder pluimveevoeder geproduceerd in 2019 door 51 Belgische BFA-leden. Ook hier ligt opnieuw een dierziekte aan de basis. “De uitbraak van de vogelgriep (H3-variant) vorig jaar heeft het aantal moederdieren doen dalen. Dat heeft zich laten voelen in de mengvoedersector”, legt Katrien D’hooghe uit.
Rundveevoeder
De rundveevoederproductie, met afgelopen jaar een aandeel van 23 procent van de totale productie, groeit de laatste tien jaar gestaag. In 2019 werd 1,5 miljoen ton voeders geproduceerd door 86 leden van BFA. Tot slot is er nog een brede restcategorie die 7 procent van de totale productie uitmaakt. Daarin zit onder meer petfood, paardenvoeders, voeders voor neerhofdieren, kleine herkauwers, enz. Hier is vanaf 2014 een stijging vast te stellen. In 2013 bedroeg de productie 186.000 ton, terwijl het intussen gaat om 439.000 ton (+42% in vergelijking met 2013).
Daarnaast zijn er 20 Belgische leden die ook voormengsels maken, waarvan er twee uitsluitend premixen produceren. In 2019 werd in België 256.603 ton voormengsels geproduceerd. Dertien procent van de mengvoederproductie en 63 procent van de geproduceerde voormengsels waren bestemd voor de buitenlandse markt.
Grondstoffen
Voor het grondstoffengebruik baseert BFA zich op cijfers uit 2018, aangezien die van 2019 nog niet beschikbaar zijn. In 2018 bedroeg het totale grondstoffengebruik van alle BFA-leden 7.756.249 ton, waarbij granen de grootste categorie vormen (46%). Het gaat voornamelijk om tarwe, maïs en gerst. Een categorie die intussen bijna even groot is, is die van de bijproducten uit de voedings- of biobrandstoffenindustrie (44%). “Het engagement om zo weinig mogelijk in competitie te gaan met producten die geschikt zijn voor humane consumptie, is een engagement dat de Belgische veevoedersector heel serieus neemt”, benadrukt de BFA-directeur.
Bijproducten
Volgens haar is die keuze om zoveel mogelijk voor bijproducten te kiezen, niet altijd een troef. “We hebben dit altijd als een sterkte gezien in het kader van een circulaire economie, maar bij de uitbraak van de coronacrisis hebben we ook gemerkt dat deze keuze ons kwetsbaar maakt. In de eerste weken na de uitbraak waren er problemen met de aanlevering van bijproducten van de biobrandstoffenindustrie. Gelukkig hebben we relatief snel de nodige alternatieven kunnen vinden”, besluit D’hooghe.