Als het gaat om horizontale besmettingen met pathogenen in de pluimveehouderij dan is de broederij de centrale schakel. “Een besmetting in het uitgangsmaterieel kan in de hele keten voor problemen zorgen als de broederij hygiëne niet serieus neemt, omdat de broederij de centrale schakel is”, stelt specialist Gert de Lange van broedmachineleverancier PAS Reform uit Zeddam/Doetinchem.
De Lange benadrukte het belang van hygiëneprotocollen tijdens een speciaal webinar over het onderwerp. “Hygiëne is een moeilijk uit te leggen begrip. Als je de woordenboeken er bij pakt, krijg je een hele uitgebreide uitleg, die niet praktisch blijkt. Belangrijk is in ieder geval dat pathogenen via eieren binnen komen en via de kippen de broederij weer verlaten. Zelfs binnen de broederij zelf kan er sprake zijn van horizontale verplaatsing. Het is dus belangrijk om de infectieroutes te sluiten. Ontdek wat de zwakste schakel is en los het op.”
Richtlijnen biosecurity
De eerste stap is vectormanagement, oftewel de biosecurity op het bedrijf die voorkomt dat een besmetting van buiten naar binnen wordt gebracht. “Maak een lijst met echt alles wat de broederij in komt. Vraag je vervolgens af wat de noodzaak is. Moet iemand een lunchtrommeltje of mobiele telefoon per se mee naar binnen nemen? Is het antwoord ‘ja’, kijk dan hoe we kunnen voorkomen op die manier pathogenen mee komen.” Volgens De Lange begint het met de eieren, waarbij eerst zaak is om te voorkomen dat kapotte of besmette eieren op gevoelige plekken terecht komen. Daarnaast is belangrijk dat er een registratie is van de bezoekers. “Als een bezoek noodzakelijk is, laat dan tekenen voor inachtneming van hygiënemaatregelen.”
Veel broederijen hebben de beschikking over een douche. “Maar in de praktijk zie ik dat de mensen weer vaak door dezelfde deur naar buiten moeten. Het advies is: One door in, one door out.” Met het oog op het personeel is belangrijk dat je je afvraagt of het houden van kippen thuis, een mogelijke besmettingsbron, wenselijk is. Met het oog op materialen, die de broedruimte binnen komen zijn er ook diverse voorschriften. “Papieren trays gebruik je maar één keer. Plastic trays moeten iedere keer worden gedesinfecteerd. Hetzelfde geld voor trolleys en ander materiaal dat de ruimte binnen komt.”
Besmettingsrisico’s voorkomen door goed ontwerp broederij
Veel kan volgens De Lange al worden voorkomen bij het ontwerpen van de broederij. “Zorg er voor dat de technische ruimte buiten de broederij is gesitueerd. Hetzelfde geldt voor bureaus en kantoorruimte.” Voor ongedierte is de kerntaak het schoon en netjes houden van de verschillende ruimtes. Met schone ruimtes, zonder kieren en gaten, is het niet nodig om chemische middelen te gebruiken. Besmettingen, die via de lucht binnen komen is een ander aandachtspunt. “Neem bij het ontwerp altijd de windrichting in ogenschouw. Zorg er ook voor dat de vuilverwerking en opslag nooit op een plek staat waardoor het materiaal terug de stal in geblazen kan worden.” Een investering in goede filters is ook een pre. “Een F7-filter stopt tachtig tot negentig procent van de deeltjes. Met grootouderdieren, moet je misschien overwegen om een duurder filter aan te schaffen.” Een ander punt is water, waarbij afhankelijk van de bron, chemische behandeling of uv een uitkomst kan zijn.
Cross-contaminatie binnen de muren
Het voorkomen van cross-contaminatie binnen de broederij is een tweede belangrijke stap. “Stelregel is dat schoon nooit vuil moet ontmoeten. Trolleys, trays, dolleys, alles moet schoon als het weer terug gaat naar de plek waar de eieren binnen komen. De tijdsdruk is echter soms te groot, dat men niet meer kan wachten tot de broedruimte volledig leeg is. Toch is het advies om de broederij zo te ontwerpen dat de vuil in het proces nooit schoon ontmoet.”
Schoonmaak en desinfectie
Schoonmaken en desinfecteren is de derde en misschien wel belangrijke stap om besmettingen te voorkomen. “Realiseer u dat de broederij de ideale plek is voor bacteriën en pathogenen om te groeien en te ontwikkelen. Iedere twintig minuten verdubbeld een bacteriepopulatie. Eén bacterie kan zich in zeven uren ontwikkelen in één miljoen. Dus moeten we ze doden voor ze een probleem worden. Organisch materiaal is voedsel voor bacteriën, dus zorg er voor dat dit niet achterblijft en dat alles echt schoon is. Dat geldt ook voor vocht. Alles moet droog zijn. Warmte en lucht hebben ze ook nodig, maar dat zijn knoppen waar we niet aan kunnen draaien.”
Het advies van De Lange is om na iedere ronde schoon te maken en het materiaal na elk gebruik. Andere ruimtes binnen het pand minstens één keer per week en misschien wel vaker. “Begin niet meteen met hogedruk, want dat verplaatst alleen maar. Zet sowieso de hogedrukspuit niet op dingen met knoppen en schermen, maar maak die wel goed schoon.” De Lange adviseert vijf stappen. “Verwijder het vuil. Zet het reinigingsmiddel vervolgens in en laat dat vijf minuten inwerken. Gebruik dan water om vuil en restanten af te voeren. Zorgen er dan voor dat alles droog wordt. Deze stap wordt nog weleens vergeten, maar als een vloer nog nat is, dan is desinfectie, de vijfde stap, minder effectief.”
Het effect van reinigingsmiddel
“Je kunt niet desinfecteren zonder goed schoon te maken. Met een goed reinigingsmiddel verwijder je al 80 tot 85 procent van de organismen.” De Lange benadrukt dat reiniging erg zinvol is, maar dat de soortkeuze wel van belang is. “Alkaline heeft een hoog ph en verwijdert vet en eiwit. Acid verwijdert de mineralen, die op langere termijn kunnen zorgen voor vuilaanhechting op de muren en vloeren. Daarom is belangrijk om de producten af te wisselen, afhankelijk van de hardheid van het water en de vervuiling.”
De Lange adviseert om met een lijst met vragen samen met de leverancier te kijken welk reinigingsmiddel wordt ingezet. “Vragen als ‘Werkt het tegen alle micro-organismen?’, ‘Werkt het bij aanwezigheid van organisch materiaal’, ‘Wat doen we met corrosieve materialen, die ook schoongemaakt moeten worden?’. De prijs is wat mij de betreft de meest onbelangrijke factor. Als je alleen daarop een productie kiest, dan krijg je alcohol en dat is niet effectief.”
Bedrijfsleider schakel in goede hygiëne
Veel verantwoordelijkheden rond de hygiëneprotocollen, ligt in de ogen van De Lange bij de bedrijfsleider en de communicatie richting het personeel. “Zorg er voor dat de werknemers de symbolen op de producten leren kennen. Laat ze nooit zelf chemicaliën mixen.” Laatste stap is de monitoring. “Visueel schoon hoeft niet daadwerkelijk schoon te zijn.”
“Is het schoonmaken en desinfecteren effectief geweest? Begin met het visuele gedeelte en kijk daarbij ook naar dingen als de binnenkant van de deurrubbers. Tweede stap is het afnemen van swaps of het inzetten van RODAC-plaatjes. Wil je heel specifiek kijken, dan zullen de samples naar een laboratorium worden verstuurd. Nadeel is dat je cijfers terug krijgt en de vraag is hoe je die interpreteert. Met RODAC-plaatjes kun je echt de bacteriekoloniën tellen, dus maak je het probleem echt zichtbaar. Als het schoonmaakproces niet een positief resultaat geeft, moet je zoeken naar wat de reden is. Heeft het reinigingsmiddel gewerkt? Is de temperatuur een probleem? Hoe hoog is de infectiedruk? Misschien is het stalontwerp wel niet goed geweest? Of misschien waren de middelen, die je hebt ingezet, wel niet effectief tegen de specifieke organismen die je wilt bestrijden.”
De Lange: “Alleen met strakke hygiëne-afspraken en het opvolgen van de stappen kunnen we de strijd tegen de onzichtbare vijand in de broederij winnen.”
Tekst: Martin de Vries
Archieffoto: Martin de Vries