Verlaging van het ruw-eiwitgehalte in pluimvee voer is een goede methode om stikstof- en ammoniakemissie van pluimveebedrijven te verminderen. Bijkomend voordeel van voer met een lager eiwitgehalte is dat men minder afhankelijk is van ingevoerde eiwithoudende voergrondstoffen.
“Wanneer we de hoeveelheid ruw eiwit verlagen, moeten we er wel voor zorgen dat aan de aminozuurbehoefte van de dieren wordt voldaan”, zegt Roger Davin, pluimveeonderzoeker bij Schothorst Feed Research: “Dieren hebben aminozuren nodig, geen ruw eiwit.”
Eiwitvertering
Eiwit wordt verteerd in het maag-darmkanaal en de resulterende aminozuren worden door de darmwand geabsorbeerd, in het bloed opgenomen en getransporteerd. Een deel van het ruw eiwit uit de voeding wordt echter niet verteerd en dit deel kan door microben in de darm worden gefermenteerd, waarbij giftige metabolieten en ammoniak vrijkomen. Deze stoffen zijn schadelijk voor de gezondheid van het dier. Onverteerd eiwit en ammoniak worden uitgescheiden via urine en feces en leidt tot stikstofbelasting van het milieu.
De stikstofuitscheiding kan worden verminderd door grondstoffen te gebruiken met een hoog gehalte aan aminozuren, hoog verteerbare essentiële en niet-essentiële aminozuren en een ideaal aminozuurprofiel. Daarnaast moet de samenstelling van het voer voorzien in de behoefte aan verteerbare aminozuren van het dier. Ook moet het verteerde eiwit efficiënt worden benut.
Pluimveevoeders met verlaagd ruw eiwit
“Ons onderzoek bij SFR toont aan dat het ruw eiwitgehalte in voeders voor vleeskuikens en leghennen kan worden verlaagd zonder negatieve gevolgen voor de productie-efficiëntie of diergezondheid”, laat Davin zien. “Dosis – response studies geven aan hoe laag we kunnen gaan zonder de diergezondheid en prestaties in gevaar te brengen.”
Een verlaging van het ruw eiwitgehalte in vleeskuikenvoeders met 10% is haalbaar. Hierdoor is minder soja nodig. Om toch aan de aminozuurbehoeften te voldoen, wordt het gehalte van sommige specifieke vrije aminozuren verhoogd waardoor goede dierprestaties en gezondheidsstatus zijn gewaarborgd.
In de groei- en afmestfase leiden lagere ruw eiwitgehalten (20 gram minder RE per kg voer) in vleeskuikenvoeders tot vergelijkbare of zelfs betere groei, voederefficiëntie en minder sterfte, aldus Davin. Deze strategie resulteert ook in minder stikstofuitscheiding per kg gewichtstoename.
Gevolgen van een lager ruw eiwitgehalte
“Voeders met een lager ruw eiwitgehalte zijn ook gunstig voor de gezondheid van de dieren. We zien een betere strooiselkwaliteit en een lagere incidentie van voetzoollaesies”, zegt Davin.
Een gevolg van voeders met laag ruw eiwit is dat er minder energie nodig is voor eiwit afbraak en daardoor meer energie beschikbaar is voor spieropbouw en/of vetaanzet. In onze studies hebben wij geconstateerd dat vleeskuikens met laag ruw eiwit in het voer, meer buikvet aanzetten. Dit lijkt verband te houden met het hogere aandeel zetmeel in verhouding tot vet. Bij legkippen kunnen voeders met laag ruw eiwit, meer zetmeel en minder vet, de eiproductie beïnvloeden.
Een lager soja gehalte kan leiden tot een lager kaliumgehalte in het voer en daardoor een verminderde elektrolyten balans (dEB). Dit effect vereist extra aandacht, vooral tijdens perioden van hittestress, benadrukt Davin. Een ander punt van zorg is dat overmatige hoeveelheden vrije aminozuren in het voer het absorptieproces in het spijsverteringskanaal kunnen doen verminderen.
Samenstellen van voeders met een laag ruw eiwitgehalte
Het is duidelijk dat nutritionele expertise vereist is om het eiwitgehalte in pluimveevoeders met succes te verlagen. “De focus moet liggen op het ideale aminozurenprofiel voor het type pluimvee en de productiefase”, zegt Davin. Een zorgvuldig afgewogen aminozurenprofiel met de juiste hoeveelheden essentiële en niet-essentiële aminozuren, is de sleutel tot pluimveevoeders waardoor hoog efficiënte dierprestaties met goede darmgezondheid en een lage stikstofuitstoot mogelijk wordt. Bij Schothorst Feed Research is deskundig advies beschikbaar voor voederfabrikanten die het ruwe-eiwitgehalte in hun pluimveevoeders willen verlagen.
Bron: Schothorst Feed Research