Heeft u een probleem met de darmgezondheid in uw stal? Is er sprake van een verhoogde sterfte? Of kampt uw koppel vleeskuikens met vage klachten waar de hand niet goed op te leggen is, maar die wel effect hebben op de technische resultaten? Vaak leven we in de waan van de dag en wordt er pas actie ondernomen op het moment dat er zich problemen voordoen op uw bedrijf. Een gemiste kans, want veel ziekten -waaronder coccidiose!- zijn vaak niet direct zichtbaar.
Hoe is de coccidiose-status op uw bedrijf? En hoe kunt u dit bepalen?
In de praktijk blijkt dat het vooral bij traaggroeiers vaak lastig is om aan het beeld in de stal te zien wat de redenen zijn van tegenvallende eindresultaten. Het beeld is niet altijd even duidelijk en hierdoor ziet het verloop er vaak net wat anders uit dan bij regulier gehouden kuikens. Bij traaggroeiers kan coccidiose zich gedragen als een echte sluipmoordenaar. Als pluimveehouder voelt u dit met name in de portemonnee. Het klassieke beeld van een tenella-uitbraak uit zich door verhoogde uitval gepaard met bloed in de blindedarmmest, maar het kan bij traaggroeiers net zo goed zonder duidelijk klinisch beeld aan u voorbijgaan. Om een goed beeld te krijgen van de coccidiose-status op uw bedrijf: bel uw dierenarts en start vandaag nog met een goede monitoring. Alleen door goede en intensieve monitoring krijgt u inzicht in de coccidiose-status op uw bedrijf en welke impact het heeft voor uw kuikens.
Waarom monitoring?
- Preventief werken loont.
- Door monitoring wordt een goed beeld verkregen van aanwezigheid van specifieke coccidiose ziektebeelden.
- Coccidiose komt in elke stal voor: monitoring maakt het beheersbaar doordat je juiste interventie kan toepassen.
Lastig om de coccidiose-status van uw bedrijf vast te stellen
Zoals elke pluimveehouder weet, tast coccidiose in mindere of meerdere mate de darmen van uw kuikens aan wat ongemerkt voorbij kan gaan, maar ook kan leiden tot klinische problemen. In de stal kunt u alert zijn op afwijkingen, zoals afwijkende mest met als gevolg verminderde strooiselkwaliteit. Afwijkende mest is onder andere te herkennen aan oranje slijm op de mest, verandering van mestkleur, grote hoeveelheden onverteerd voer en zichtbaar bloed bij de blindedarmmest. Dit laatste is specifiek voor Eimeria tenella.
Op elk bedrijf komt de coccidiose-parasiet voor, maar niet elk bedrijf heeft te kampen met coccidiose-problematiek. Het is niet eenvoudig om de coccidiose-status van uw bedrijf te bepalen of om te weten welke rol coccidiose op uw bedrijf speelt wanneer er geen duidelijke klinische verschijnselen zijn. Daar is vaak intensieve monitoring voor nodig om het verloop en/of eventuele problematiek in kaart te brengen. Een goede monitoring kan u een hoop ellende voorkomen in volgende rondes mits goed uitgevoerd en vakkundig vastgelegd. Uw dierenarts of MSD Animal Health helpen u hier graag bij.
Check, check, dubbelcheck
Om een goed beeld te krijgen van de coccidiose-status van uw bedrijf, zou u als eerste antwoorden moeten verzamelen op de onderstaande vragen:
- Wat is het dagelijkse verloop van onder andere de voeropname, uitval, verandering van mest en strooiselkwaliteit?
- Hoe zijn de technische eindresultaten van uw koppel?
- Zijn er coccidiose-letsels in de darm te zien? Waar? En op welke leeftijd?
- Wat is het klinische beeld in de stal?
- Wat is het verloop van de OPG*?
*Oöcysten (eitjes) per gram mest
Elk bovenstaand item op zich zegt niet veel. Het is juist de combinatie van deze parameters die een totaalplaatje opleveren om de coccidiose-status van uw bedrijf te bepalen. Zit er bijvoorbeeld oranjekleurige slijm op de mest? Dit wil niet zeggen dat de boosdoener altijd Eimeria maxima is! Een zeer hoge OPG is niet onlosmakelijk verbonden met coccidiose-problemen. Slechte eindresultaten kunnen natuurlijk ook door andere factoren veroorzaakt worden. Zelfs bij het zien van coccidiose letsels in de darm, hoeft dit niet per definitie te betekenen dat er ook een coccidiose-probleem is. Om de coccidiose-status goed in kaart te brengen is het daarom heel belangrijk om na te gaan of er andere factoren op uw bedrijf een rol spelen. Intensieve monitoring, rapportage van de bevindingen en evaluatie zijn daarvoor onmisbare tools.
TIP: Monitor, rapporteer en evalueer. Dit geeft inzicht in uw koppels, stallen en management, waardoor u gerichte verbeteringen tijdens de ronde en voor uw volgende koppels kunt doorvoeren.
Waar bestaat een goede coccidiose-monitoring uit?
Elke dag:
- Monitoren van het klinisch beeld in de stal en bij afwijkingen dit noteren.
Elke drie dagen gedurende de ronde:
- Verzamel de mest om de OPG te bepalen vanaf de 14e levensdag.
- Bepaal de mestkwaliteit en de vertering en leg afwijkingen vast.
- Leg alle gegevens vast voor evaluatie aan het einde van de ronde.
Elke week gedurende de ronde vanaf dag 14:
- Laat door uw dierenarts de coccidiose letsel- en darmgezondheidsscores van de darmen bepalen aan de hand van een wekelijkse sectie.
- Selecteer voor deze sectie 5 ‘gemiddelde kuikens’ per stal. Belangrijk is dat deze 5 ‘gemiddelde kuikens’ het koppelbeeld van die stal vertegenwoordigen. Selecteer hiervoor dus niet de 5 slechtste uit uw stal!
- Leg de gegevens vast voor evaluatie aan het einde van de ronde.
Na afloop en aan het einde van de ronde:
- Rapporteer en evalueer samen met uw dierenarts! Dit geeft een goed inzicht van het koppelbeeld van de gemonitorde koppel(s), waardoor u gerichte aanpassingen voor uw volgende koppels kunt doorvoeren.
Door middel van alle gegevens verkregen uit bovenstaande monitoring en dagelijkse technische gegevens (zoals bv voeropname) en eindresultaten kan het verloop van coccidiose in uw stal gemonitord worden. Aan het einde van de ronde kan dan geëvalueerd worden wanneer de coccidiose-piek plaatsvond en of dit gepaard ging met bepaalde problemen op bedrijfs- of stalniveau of dat er andere factoren een rol hebben gespeeld.
TIP: Selecteer voor sectie willekeurig 5 ‘gemiddelde kippen’ die het koppelbeeld van de stal vertegenwoordigen. Gebruik hiervoor dus niet de slechtste kippen in uw koppel!
Wat is de coccidiose-status van uw bedrijf: de 4 belangrijkste parameters
Om de coccidiose-druk op uw bedrijf te bepalen, is het noodzakelijk om 4 parameters duidelijk in kaart te brengen:
- OPG (oöcysten per gram mest): hoewel differentiatie van de verschillende Eimeria-soorten moeilijk is (hiervoor is een PCR-test aangewezen), geeft het totaal aantal oöcysten dat uitgescheiden wordt op meerdere momenten in een ronde een goed beeld van het verloop van een coccidiose-infectie. Geadviseerd wordt om elke 3 dagen mestmonsters te nemen.
- Coccidiose-letselscore (scoresysteem volgens Johnson and Reid, 1970): het merendeel van de Eimeria-soorten veroorzaakt typisch letsel in de darm. Door het wekelijks beoordelen van de darmwand en de darminhoud kan de ernst van de letsels en de leeftijd waarop deze voorkomen goed beoordeeld worden.
- Dagelijkse evaluatie. Van zowel het klinisch beeld in de stal als van technische parameters als voer- en wateropname en de dagelijkse groei en uitval.
- Beoordeling eindresultaten. Gaat om resultaten van het koppel zoals bijvoorbeeld VC 1500, groei per dier per dag etc.
Parameters gezamenlijk evalueren
Let op: Een afzonderlijk hoge OPG zegt nog niet alles. Bovendien kunnen er letsels aanwezig zijn, terwijl dit nauwelijks gevolgen heeft voor kuikens. Coccidiose komt immers in alle stallen voor. Oranje darmschraapsel betekent ook niet per definitie dat er Eimeria maxima speelt. Een afzonderlijke parameter zegt dus niet zoveel. Alleen door deze 4 parameters gezamenlijk te evalueren, krijgt u inzicht in het verloop en impact van coccidiose op uw vleeskoppel.
Hulp nodig bij het vaststellen van de coccidiose-status op uw bedrijf? Raadpleeg dan uw dierenarts of neem voor vragen contact op met pluimvee@merck.com of bel Franny Pecher, tel: 06-15045496.
Dit is een artikel uit de pluimveekrant. Meer soortgelijke artikelen lezen? Abonneer dan op de pluimveekrant.