Naar jaarlijkse gewoonte bevraagt het VCM de mestverwerkingssector over de stand van zaken en evoluties in de mestverwerking in Vlaanderen.
Het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking is een intermediair tussen de overheid, de mestverwerkingssector en de kennisinstellingen in Vlaanderen. VCM stimuleert en ondersteunt onderzoek naar en de implementatie van (1) een duurzame mestbe- en verwerking in Vlaanderen en
(2) de milieukundig verantwoorde afzet van de eind- en nevenproducten. VCM is hierbij een aanspreekpunt en kenniscentrum voor mestbe- en verwerking in Vlaanderen en tracht te fungeren als een representatief coördinatiecentrum voor de ganse keten.
Een overzicht van de activiteiten van VCM vzw vindt u in het Jaarverslag 2021.
Bij de opmaak van het rapport over de operationele mestverwerkingscapaciteit in 2021 werden cijfers gebruikt van de VLM Mestbank. Het rapport kwam tot stand met steun van de Vlaamse Overheid.
Mestverwerking in Vlaanderen opnieuw gedaald
Uit de resultaten van de recentste bevraging blijkt dat er in 2021 39,8 miljoen kg stikstof uit dierlijke mest (incl. export) werd verwerkt. Dit stemt overeen met 4,3 miljoen ton mest. Ten opzichte van 2020 is dit een daling van 3,6 miljoen kg stikstof of 0,4 miljoen ton mest. Deze daling in de mestverwerking in 2021 is te wijten aan enkele bedrijven die (tijdelijk) niet operationeel waren, alsook de impact van COVID-19 die blijft aanslepen waardoor minder landbouwhuisdieren werden gehouden. Daarnaast is de aanvoer van mest in biologieën vaak gekoppeld aan de effluentopslag, wat voor sommige bedrijven leidt tot een beperking van hun verwerkingscapaciteit. Verder geven verschillende bedrijven aan dat men slechts de hoeveelheid mest verwerkt volgens de vraag naar de eindproducten.
Momenteel zijn er in Vlaanderen 142 operationele mestverwerkingsinstallaties actief, waarvan de gegevens van 137 installaties werden opgenomen in het rapport.
Pluimveemest blijft de bovenhand behouden
88,9 procent van de 39,8 miljoen kg stikstof die in 2021 verwerkt werd, was afkomstig van de verwerking en export van varkensmest (17,1 miljoen kg N of 43,0 procent) en de verwerking en export van pluimveemest (18,3 miljoen kg N of 45,9 procent). Voor beide mesttypes is de export (in tonnage ruwe mest) gestegen. De verwerking (in tonnage) zonder export van zowel varkensmest als pluimveemest is gedaald.
De verwerking en export van runder- en kalfsmest daalde met 8 procent ten opzichte van 2020, terwijl de import van rundermest quasi gelijk is gebleven (van 24 130 ton naar 24 411 ton). De verwerking van de dikke fractie van rundermest is, na een daling van 77 procent in 2020, terug gestegen met 24 procent. De export van ruwe rundermest naar Nederland steeg met 32 procent. Ook de verwerking van dunne fractie van rundermest is gestegen (7 procent), in tegenstelling tot de verwerking van runderstalmest (-16 procent).
De verwerking van digestaat is gedaald met 22 procent. De verwerking en export van paardenmest en de verwerking van champost stegen in 2021 beiden met 8 procent. Dit is terug een stijging na de grotere daling in 2020 ten gevolge van COVID-19 en hieraan gekoppeld de verminderde vraag naar champignons door de horecasluitingen.
Technieken in Vlaanderen
In Vlaanderen is de biologische mestverwerking waarin stikstof wordt verwijderd uit de dunne fractie van varkensmest, rundermest en/of digestaat nog steeds de meest toegepaste techniek (111 van 137 installaties). In 2021 werd zelfs nog 1 nieuwe biologische mestverwerkingsinstallatie operationeel. Biologische mestverwerking is nog steeds een Best Beschikbare Technologie (zie BBT Mestverwerking). De tweede meest toegepaste techniek in Vlaanderen is het biothermisch drogen (18 installaties, waarvan 3 installaties ook het eindproduct drogen en korrelen). Dit jaar is er een nieuwe categorie toegevoegd van technieken, namelijk ‘totaalverwerker mest’. Deze bedrijven gaan ruwe/dikke fractie/dunne fractie mest (zonder voorafgaande vergisting, volledig gaan verwerken. Het voorbije jaar kwam er 1 biothermische drooginstallatie bij in Vlaanderen. In 2021 zijn er 3 bedrijven (1 biothermische drooginstallaties, 2 biologieën) gestopt of tijdelijk niet operationeel.
In 2021 werd de grootste hoeveelheid stikstof (13,7 miljoen kg N of 41,7% procent) verwerkt via de biologische verwerking van de dunne fractie van varkensmest, rundveemest of digestaat. Via de biothermische droging van voornamelijk pluimveemest, paardenmest, de dikke fractie van varkensmest en de dikke fractie van rundermest werd in 2021 11,7 miljoen kg N (35,5 procent) verwerkt.
De grootste hoeveelheid fosfaat (9,6 miljoen kg P2O5 of 68 procent) wordt verwerkt via de biothermische droging.
Uit de enquête blijkt dat de conventionele technieken van mestverwerking, namelijk mestscheiding gevolgd door de biologische verwerking van de dunne fractie in een ‘biologie’ en de export van de biothermisch gedroogde dikke fractie, cruciaal blijven voor een oordeelkundige verwerking van het Vlaamse mestoverschot.
Tekst: VCM