Als je met iets nieuws begint, is alles wennen. Dat geldt ook voor klimaat en ventilatie in een splinternieuwe biologische leghennenstal. Maatschap Willems uit het Drentse Orvelte heeft nog maar enkele dagen de eerste leghennen in de stal. “Het is prachtig om te zien dat een kleine verandering een enorm groot effect heeft.”
Klimaat in de stallen
“Het klimaat kunnen we via de Fancom-klimaatcomputer, telefoon of de laptop regelen. Toch kijken we nog vooral in de stal. Dat is ook de onervarenheid. We hebben ook nog nooit met alarmen gewerkt. Ja, met beregenen van uien, maar dat is toch iets totaal anders. Met nachtventilatie kan een alarm best cruciaal zijn. Het vertrouwen om dingen met de telefoon in te stellen en op te lossen, moet nog groeien”, vertelt Geert Willems. Samen met zijn vrouw Anita bekijkt hij de instellingen van zijn klimaatcomputer. Hij looft het bedieningsgemak. “Als je het eenmaal in de gaten hebt, is het eigenlijk kinderspel.”
Geissler Installatietechniek uit Lemelerveld heeft al het installatiewerk in de nieuwe leghennenstal gedaan. De basisinstelling van de besturingskast zijn door het bedrijf ingeregeld. “De gangbare onderdrukventilatie zorgt ook voor weinig problemen”, geeft Anita Willems aan. De biologische leghennen leven in verschillende compartimenten, met het oog op de leefruimte. Willems heeft gekozen voor nokventilatie. “Door deze keuze heb je niet dat de luchtstromen tegen de wanden van de afscheiding slaat waardoor er tocht ontstaat.”
Luchtstromen
Het belang van de luchtstromen ontdekt de maatschap in de praktijk. “Zo zagen we dat als de hennen ’s avonds op stok gingen, de bezetting in de middelste stelling minder was. Het zal moeten uitwijzen of dit komt door de lamellen, die nog verder afgesteld moeten worden in de inlaatventielen of door de ventilator van de luchtbandbemesting die ’s nachts nog aan stond. Samen met een klimaatspecialist kijken we of de instellingen iets aangepast kunnen worden zodat er geen tocht neer valt op de hennen en die hierdoor anders in het systeem gaan zitten.”
“We hadden afgesproken dat wij de gaten en kieren zouden kitten. Appeltje eitje, dachten we. Achteraf was dat een behoorlijke klus”, lacht Anita Willems, “We gingen testdraaien. Alle luiken dichten, ventilatoren aan. Langs de muren voelde je de inkomende lucht. Dan zie je hoe belangrijk de afdichting is. Tocht kan echt niet, bovendien zijn dit de plekken waar bacteriën en ongedierte de stal in kunnen komen. Het was een behoorlijke klus om alles tocht- en kier dicht, maar is dat opgelost en meteen draait alles beter.” Geert Willems vertelt dat met de Pascalmeter in de computer de onderdruk goed in beeld komt. “De ventilatiecapaciteit haalt die gewoon.”
Ventilatie wintergarten
Wat opvalt is de ventilatie in de wintergarten. “De overdekte uitloop is flink lichtdoorlatend. Mijn verwachting was dat dit op warme dagen voor veel warmte zou zorgen. Vooral omdat in mijn gedachten bij de scheiding tussen de warme en koude kant van de kippenschuur te veel warmte naar de warme kant ging en het daardoor in de wintergarten te warm zou zijn. Ook omdat onder andere de inlaatventielen voor de rest van de stal tegen de wand van de wintergarten zijn gepositioneerd, haal je dan die warme lucht meteen ook naar binnen.
Deze plek is dus van belang voor het verplaatsen van de lucht door de hele stal. Daarom heb ik alvast in de uitloop ook een grote ventilator laten plaatsen. We hebben ‘m al en zijn blij dat we die kunnen inzetten op de warme dagen.” Anita Willems knikt instemmend. “Wij zitten op de vlakte en eigenlijk waait het hier altijd.” Geert Willems haakt daar op in. “Overigens overweeg ik nog wel om nevelkoeling te plaatsen. Vooral met het oog op fijnstof. Maar eerst willen we alles goed in de vingers krijgen en ritme op doen.”
Van melkvee naar leghennen
Het familiebedrijf in Orvelte heeft een melkvee achtergrond die een paar kilometer verderop in Westerbork is begonnen. De ouders van Geert Willems hadden daar een melkveehouderij, maar zijn in 1991 overgeschakeld op vleeskoeien. Omdat het bedrijf middenin het dorp was gesitueerd, is die plek uiteindelijk verkocht aan de gemeente. In Orvelte was een schuur en een huis beschikbaar. “Puur akkerbouw, met aardappelen en bieten. Met de uien zijn we in 2018 begonnen”, legt Geert Willems uit. In eerste instantie is op de locatie in Orvelte een hellingstal gebouwd voor de vleeskoeien, naast de akkerbouwtak. Tot en met 2017 liepen de koeien van het bedrijf veel op het land van Staatsbosbeheer. Toen die graag haar eigen grond weer in beheer wilde nemen, was er geen plek meer voor de vleeskoeien van de familie Willems.
“Met de financiële onzekerheid en al het werk dat bij koeien komt kijken, hebben we besloten om van deze tak afscheid te nemen”, vertelt Geert Willems, die al sinds 2007 in de maatschap is gekomen. Zijn vrouw was bovendien in verwachting van hun eerste dochter. “Dan kom je tot de conclusie, als je een toekomstbestendig bedrijf neer wilt zetten, moet het nu gebeuren.”
Geert Willems had al eens stage gelopen bij een pluimveehouder en dat trok hem enorm aan. “In 2006 hadden we al eens het plan om met kippen te beginnen. Insteek was gangbaar, ook omdat biologisch in die tijd nog niet heel bekend was.” De locatie was grondgebonden, waardoor een intensieve bestemming voor de gemeente sowieso geen optie was. “In 2017 bekeken we weer wat hier op deze plek mogelijk was en toen kwamen biologische leghennen in beeld.” Het vergunningentraject werd in eerste instantie vrij makkelijk doorlopen. Totdat het Programma Aanpak Stikstof werd afgeschoten.
“In ons tweede termijn maakte milieuorganisatie MOB (Mobilisation for the Environment, red.) bezwaar. Dat was een flinke tegenvaller en we waren ook behoorlijk gefrustreerd. Waarom zou een biologisch pluimveebedrijf hier niet mogen? Ik heb toen Johan Vollenbroek van de MOB persoonlijk benaderd. Eerst een telefoontje, waarna ik het verzoek kreeg om een mail op te stellen. Hij gaf aan dat als wij konden bewijzen dat het bedrijf daadwerkelijk biologisch zou worden, zij de bezwaren in zouden trekken. Ik had om drie uur in de middag gemaild en kreeg een half uur later al een reactie. Uiteindelijk hadden we in drie-en-een-half jaar alles rond. Dat is voor dergelijke trajecten best snel.”
Keuzes voor zekerheid
De combinatie van biologisch leghennen en akkerbouw is volgens Willems ideaal. “Het matcht qua tijd perfect.” Volgens Anita Willems is er voor een bouwplan gekozen, waar met de invulling op ‘safe’ gespeeld wordt. “Allemaal contractteelten, die voor een constante geldstroom zorgen. Ook hebben we hier geen ruimte voor opslag, waardoor alles afland wordt afgenomen. Alleen voor de uien, die naar ons idee op contract veel te weinig opleveren, hebben we inmiddels voor de vrije handel gekozen. We willen een stuk van de schuur gebruiken voor de bewaring, zodat we kunnen wachten tot het juiste moment om de uien te verkopen, om er zo toch een mooie prijs voor te krijgen.”
Ten tijde van het vergunningentraject, deels vertraagd door corona, heeft de maatschap alles in de steigers gezet voor de komst van de eerste leghennen. Omdat alles nieuw is, is ook daar voor zekerheid gekozen. Op advies van broederij Verbeek uit Lunteren komen er 13.300 Novogen Brown Light-hennen. “Een sterk biologische ras, dat goed in ons systeem past. We werken er nu nog maar een aantal dagen mee, maar we hebben echt geen klagen.”
Het voer wordt geleverd door Reudink Biologische Voeders uit Lochem. “Goed in biologisch, maar we hadden ook vooral een goede klik met de vertegenwoordiger.” De eieren worden geleverd aan Gebr. Van Beek uit Wehl. “We kiezen voor een duurzame relatie. Niet dat ze afgenomen worden voor eenmalig een enorm goede prijs. We willen in alle rust en zekerheid werken aan ons bedrijf.” Ook voor de bouw van de stal van 82 bij 22 meter is daarom bewust voor maar twee partijen gekozen. Bouwbedrijf Zweers uit Ane als hoofdaannemer, Geissler voor het installatiewerk. De stalinrichting komt van Jansen Poultry Equipment en voldoet aan de biologische eisen van Stichting Skal. Net als daglicht en het leefoppervlak. In het eierlokaal is via Van Roessel Techniek een Moba55 inpaklijn gekomen, die op volle capaciteit twintigduizend eieren per uur kan verwerken.
Mest afvoeren
De mest wordt met een band belucht en afgevoerd. In een gescheiden ruimte, in de voormalige koeienstal waar ook de inpaklijn is gesitueerd, wordt de mest opgeslagen. Uiteindelijk wordt de stapelbare mest door Walkro International uit Venlo afgevoerd en ingezet als substraat voor de champignonteelt. Anita Willems heeft zich gebogen over de natuurlijke inrichting van de 5,3 hectare grote uitloop. “Eerst gekeken waar kunnen de kippen tegen en hoe creëren we in ons open landschap toch voldoende schuilmogelijkheden. Onze grondslag, de winterhardheid van de planten, wat mag volgens de eisen van SKAL. Allemaal factoren waar we rekening mee moeten houden. Daar heb ik best veel tijd in gestoken. Ik wilde wel graag fruitbomen, maar rot fruit kan de kippen ziek maken. Ook moet het niet te veel wespen aantrekken. Ook moest ik natuurlijk rekening houden met wat Geert en zijn ouders graag wilden. Maar het is gelukt.”
In de vingers krijgen
Voor Anita en Geert Willems is het nu vooral zaak om in alle rust alles wat bij leghennen komt kijken in de vingers te krijgen. “Daarom hebben we ook gekozen voor zekerheid. De eerste dagen maken ons in ieder geval ontzettend gelukkig. Ook mijn ouders, met wie ik in de maatschap zit, vinden hun draai en wij geven ze ook de ruimte om de dingen te doen waar zij blij van worden. Een goede overdracht van het bedrijf is een volgende stap. Welke rol krijgt Anita daarna? Willen we misschien iets met thuisverkoop in de vorm van een eierautomaat? Mijn ouders hebben nu een goed lopende thuiswinkel en door de combinatie met akkerbouw liggen er misschien wel kansen. Aan de andere kant moet zoiets wel bij je passen. Eerst maar consolideren, de afgelopen tijd is hectisch genoeg geweest. Dan kijken we in alle rust later wel verder.”
Tekst en beeld: Martin de Vries
Je hebt zojuist een artikel gelezen uit onze Pluimveekrant! Wil je meer van zulke artikelen lezen?