Negen op de tien Vlaamse land- en tuinbouwers hebben minstens één negatieve impact ervaren door de coronacrisis. De helft van de Vlaamse land- en tuinbouwers treft ook actief maatregelen om de crisis het hoofd te bieden. Dat blijkt uit een enquête bij Vlaamse landbouwers die werd uitgevoerd in september 2020.
De coronacrisis treft sinds het voorjaar van 2020 elke sector en elke persoon. Ook de land- en tuinbouwsector wordt niet gespaard. Om inzicht te verwerven in de impact van de coronacrisis op de Vlaamse land- en tuinbouwers voerde het departement Landbouw en Visserij een enquête uit bij bedrijven die aangesloten zijn bij het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN). “De bevraging vond plaats in september 2020 en in totaal werden 448 antwoordformulieren verwerkt”, klinkt het.
Uit de bevraging blijkt dat 59 procent van de land- en tuinbouwers zegt dat de economische situatie in de zes maanden voor september (veel) slechter was dan normaal, terwijl 32 procent spreekt over een normale situatie. “De maanden na september worden voornamelijk even slecht of zelfs nog slechter ingeschat”, reageert Nele Vanslembrouck, woordvoerder van het Departement Landbouw en Visserij. “De respondenten wijten deze slechte economische situatie in grote mate ‘minstens deels’ aan de coronacrisis.”
Negatieve impact
88 procent van de land- en tuinbouwers geeft aan minstens één negatieve impact te ervaren door de coronacrisis. Bedrijven worden geteisterd door afzetproblemen (50%), hogere prijzen voor hun inputproducten (38%), lagere prijzen voor hun outputproducten (31%), betalingsproblemen (15%) en arbeidsproblemen (16%). Ook de impact op de mentale gezondheid (21%) van de land- en tuinbouwers is aanzienlijk.
“De coronacrisis treft zoals bekend ook de land- en tuinbouwsector”, reageert Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits. “Via een noodfonds hebben we steun geboden aan de aardappel- en siertelers. Bedrijven die zware verliezen lijden, komen in aanmerking voor het Vlaams Beschermingsmechanisme en via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds stimuleren we land- en tuinbouwers om in de mate van het mogelijke toch nieuwe investeringen te doen met het oog op de toekomst. Via het VLIF wordt ook opnieuw een waarborgregeling voor overbruggingskredieten aangeboden.”
Uitstellen van investeringen
Om het hoofd te bieden aan de crisis onderneemt 52 procent van de landbouwers acties. De voornaamste actie is het uitstellen van investeringen (31%), maar ook het aanpassen van de productie (16%) en besparen op arbeid (10%) komen voor. Het verschil tussen de deelsectoren en individuele bedrijven is, zoals vaak in de land- en tuinbouwsector, groot.
30 procent van de bevraagde aardappeltelers geeft aan onverkochte voorraden te hebben door de crisis. Deze voorraden moesten op een andere manier afgezet of verwerkt worden, vaak met een groot omzetverlies tot gevolg. 20 procent van het bevraagde areaal werd zo getroffen, waarbij de aardappelen voornamelijk vervoederd werden. “Ook uitzonderlijke export, vergisting, compostering en uitzonderlijke ophaling door een afnemer komen voor”, weet Nele Vanslembrouck. “Het aandeel contractteelt en-vrije markt lijkt voor de aardappelen niet te verschuiven door de coronacrisis.”
Ook de sierteeltsector wordt zwaar getroffen. 70 procent van de bevraagde sierteeltbedrijven geeft een omzetverlies aan, dat varieert tussen de drie en 70 procent. Vooral de azalea- en snijbloemsectoren duiden grote verliezen aan. “Iets meer dan de helft van de sierteeltbedrijven had onverkochte voorraden, die vaak omgezet werden tot compost of bodemverbeterend middel”, klinkt het.
“Hoewel de impact verschilt van bedrijf tot bedrijf, is er een duidelijke negatieve impact van de coronacrisis op de algemene land- en tuinbouwsector in Vlaanderen”, besluit het Departement.
Bron: VILT